Einde inhoudsopgave
Algemene douanewet
Artikel 1:24
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 507 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35027)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 507 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35027)
- Vakgebied(en)
Douane (V)
1.
De inspecteur is bevoegd over te gaan tot een onderzoek van goederen en het eventueel nemen van monsters voor analyse of grondige controle ingeval geen aanvaarding van een douaneaangifte heeft plaatsgevonden.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid is artikel 189 van het Douanewetboek van de Unie en Deel I, Titel V[lees: Titel V], hoofdstuk 3, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie van overeenkomstige toepassing, tenzij het doel of de aard van het onderzoek zich daartegen verzet.
3.
Ten behoeve van het onderzoek is, op vordering van de inspecteur, de persoon die goederen vervoert die zich niet in of op een vervoermiddel bevinden, gehouden terstond stil te staan.
4.
Bij regeling van Onze Minister van Justitie en Veiligheid wordt bepaald op welke wijze de vordering tot stilhouden wordt gedaan.
5.
De belanghebbende bij de goederen wordt voor de werking van dit artikel aangemerkt als aangever.