Einde inhoudsopgave
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
Artikel 21 [Voorlegging geschil]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
07-10-2015, Stb. 2015, 407 (uitgifte: 11-11-2015, kamerstukken: 32402)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2015, Stb. 2015, 525 (uitgifte: 21-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Klacht- en tuchtrecht
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
1.
Een geschil met een zorgaanbieder kan schriftelijk ter beslechting aan de geschilleninstantie worden voorgelegd door een cliënt, een nabestaande van een overleden cliënt dan wel een vertegenwoordiger van de cliënt, indien:
- a.
is gehandeld in strijd met §1;
- b.
de mededeling, bedoeld in 17, eerste lid, diens klacht naar zijn oordeel in onvoldoende mate wegneemt;
- c.
van hem in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht over een hem betreffende gedraging van de zorgaanbieder in het kader van de zorgverlening bij de zorgaanbieder indient.
2.
Een geschil kan voorts schriftelijk ter beslechting aan de geschilleninstantie worden voorgelegd door een persoon die door de zorgaanbieder ten onrechte niet als vertegenwoordiger is beschouwd, indien de mededeling, bedoeld in artikel 17, eerste lid, diens klacht naar zijn oordeel in onvoldoende mate wegneemt.
3.
Voorts kan een geschil schriftelijk ter beslechting aan de geschilleninstantie worden voorgelegd door een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, mits een belang in het geding is dat de stichting of vereniging volgens haar statuten behartigt.