AB 2016/458
Overgangsrecht verplichte intrekking en terugvordering bijstand. Onmiddellijke werking en tijdstip ontstaan vordering. Zesmaandenjurisprudentie. Dringende redenen.
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
15 maart 2016
- Magistraten
Mrs. R.H.M. Roelofs, W.F. Claessens, Y.J. Klik
- Zaaknummer
15/6236 WWB
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS925127:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2016:952, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 15‑03‑2016
- Wetingang
Art. 54 lid 3, 58 lid 1 WWB; art. XXII onderdeel I Verzamelwet SZW 2013; art. XXV lid 6 Wet aanscherping
Essentie
Overgangsrecht verplichte intrekking en terugvordering bijstand. Onmiddellijke werking en tijdstip ontstaan vordering. Zesmaandenjurisprudentie. Dringende redenen.
Samenvatting
(…) Echter bij de wijziging van art. 54 WWB is niet in overgangsrecht voorzien. Indien, zoals hier aan de orde, niets is bepaald omtrent de werking van een nieuwe wettelijke regel geldt, zoals aanwijzing 166 lid 1 van de geldende tekst van de Aanwijzingen voor de Regelgeving vermeldt, de hoofdregel van onmiddellijke ofwel exclusieve werking: een nieuwe regel is niet slechts van toepassing op hetgeen na haar inwerkingtreding voorvalt, doch ook op hetgeen bij haar inwerkingtreding bestaat, zoals ...