NJB 2012/301
HR, 03-01-2012, nr. 11/00650 B
HR 03-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU2053
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 januari 2012
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Splinter-van Kan en Buruma
- Zaaknummer
11/00650 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BU2053
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU2053, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU2053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2011
- Wetingang
Essentie
Over de inbeslaggenomen voorwerpen – sieraden, een personenauto en een geldbedrag – wordt de opheffing van het beslag en teruggave van die voorwerpen aan de klager verzocht. De Hoge Raad zet uiteen dat opheffing en teruggave van die voorwerpen aan de klager moet geschieden als het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet en tenzij een ander als rechthebbende moet worden aangemerkt. In het bijzonder – maar niet alleen – is wat betreft de sieraden (erfstuk) zonder nadere motivering – die ontbreekt – het voortduren van het beslag op die voorwerpen niet begrijpelijk
Uitspraak
De rechtbank heeft ongegrond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.