Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
30-12-2014, Stcrt. 2014, 36880 (uitgifte: 30-12-2014, regelingnummer: IZV2014/715M)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2014, Stcrt. 2014, 36880 (uitgifte: 30-12-2014, regelingnummer: IZV2014/715M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
Een plaats waar geen alcoholvrije dranken worden vervaardigd, kan uitsluitend als inrichting voor de opslag van alcoholvrije dranken in aanmerking komen, indien de hoeveelheid die aldaar gemiddeld over een jaar voorhanden is, meer bedraagt dan 50 000 liter.
2.
In afwijking van het eerste lid kan de inspecteur onder door hem te stellen voorwaarden een vergunning voor een inrichting verlenen als de gemiddeld over een jaar voorhanden zijnde voorraad gelijk is aan of lager is dan 50 000 liter, indien en voor zover de alcoholvrije dranken vanuit die inrichting in belangrijke mate worden overgebracht naar een ondernemer of een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer, in een andere lidstaat of naar een derde land.