Einde inhoudsopgave
Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames
Artikel 5 [Uitzonderingen op toepassing wet]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
18-05-2022, Stb. 2022, 215 (uitgifte: 10-06-2022, kamerstukken: 35880)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2023, Stb. 2023, 174 (uitgifte: 31-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
In afwijking van de artikelen 2 en 3 is deze wet niet van toepassing indien:
- a.
het bij een bepaalde verwervingsactiviteit, op grond van een wettelijk voorschrift, slechts mogelijk is voor de Staat der Nederlanden, provincies, gemeenten of andere openbare lichamen om verwerver te zijn, onmiddellijk, dan wel middellijk;
- b.
er op de verwervingsactiviteit op grond van een andere wet een specifieke toets uit hoofde van nationale veiligheid van toepassing is, ongeacht de inhoud van die specifieke toets;
- c.
er een andere wet van toepassing is die voorziet in een specifieke toets uit hoofde van nationale veiligheid, maar die toets enkel niet op een doelonderneming van toepassing is doordat de verwervingsactiviteit niet voldoet aan een in de andere wet gestelde minimale omvang van de verwervingsactiviteit of van een andere aard is dan in de andere wet voor toetsing is voorgeschreven.
- d.
de verwerver een rechtspersoon is die onafhankelijk is van een beursgenoteerde doelonderneming, indien deze verwerver ten doel heeft het behartigen van de belangen van deze doelonderneming, en een met haar verbonden onderneming, die de zeggenschap of significante invloed na aankondiging van een openbaar bod voor de duur van maximaal twee jaar verkrijgt ter bescherming van deze doelonderneming;
- e.
de verwerver de Staat der Nederlanden, een provincie of een gemeente gelegen in Nederland of een ander openbaar lichaam naar Nederlands recht is; of
- f.
de verwerver een rechtspersoon is die statutair ten doel heeft het behartigen van de belangen van het financiële stelsel die gemoeid zijn met een ordentelijke en gecontroleerde wijze van afwikkeling van een entiteit als bedoeld in artikel 7, vijfde tot en met achtste lid, waarvan door De Nederlandsche Bank of, al naar gelang de bevoegdheidsverdeling op grond van artikel 7 van verordening 806/2014, de afwikkelingsraad genoemd in artikel 42 van die verordening, is vastgesteld dat aan de voorwaarden voor afwikkeling van die doelonderneming is voldaan.
2.
Als verwerver als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, wordt in ieder geval beschouwd een overbruggingsstichting als bedoeld in artikel 7b van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft, een overbruggingsonderneming als bedoeld in artikel 7c van dat besluit, en een entiteit voor activa- en passivabeheer als bedoeld in artikel 7d, van dat besluit.