Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 31a Het beroep van leraar
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
08-02-2022, Stb. 2022, 86 (uitgifte: 25-02-2022, kamerstukken: 35145)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2022, Stb. 2022, 86 (uitgifte: 25-02-2022, kamerstukken: 35145)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school.
2.
Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.
3.
Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:
- a.
de inhoud van de lesstof;
- b.
de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
- c.
de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders;
- d.
het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team.
4.
Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren, bedoeld in het derde lid, wordt georganiseerd.