Hof Arnhem-Leeuwarden, 07-09-2017, nr. 21-001558-15
ECLI:NL:GHARL:2017:7920, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
07-09-2017
- Zaaknummer
21-001558-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2017:7920, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 07‑09‑2017; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:234, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 07‑09‑2017
Inhoudsindicatie
Veroordeling voor ontucht met een minderjarige, feitelijke aanranding van de eerbaarheid en vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De inbeslaggenomen laptop met daarop kinderpornografische afbeeldingen wordt onttrokken aan het verkeer.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001558-15
Uitspraak d.d.: 7 september 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 5 maart 2015 met parketnummer 18-730397-14 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1984,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. Het hoger beroep is bij akte beperkt tot de feiten 2, 3 en 4.
De advocaat-generaal heeft gevorderd om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep gericht tegen feit 4, nu er geen bezwaren zijn tegen de door de rechtbank genomen beslissingen met betrekking tot feit 4.
Het hof overweegt het volgende. Zowel uit de appelschriftuur als uit het requisitoir blijkt echter dat het openbaar ministerie wel bezwaren heeft tegen de genomen beslissingen over de inbeslaggenomen laptop. Dit is gerelateerd aan feit 4. Dus heeft het openbaar ministerie wel bezwaren tegen genomen beslissingen met betrekking tot feit 4. Daarom verklaart het hof het openbaar ministerie wel ontvankelijk in het hoger beroep met betrekking tot feit 4.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 24 augustus 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot (indien wel ontvankelijk in hoger beroep met betrekking tot feit 4):
vrijspraak van het onder 2 primair tenlastegelegde;
veroordeling ter zake het onder 2 subsidiair, 3 en 4 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen telefoon;
de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen laptop;
de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] ten bedrage van € 2.000,--;
de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] ten bedrage van € 600,--.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. M.A. Buijs, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van het onder 1, 2 primair, 2 subsidiair en 3 tenlastegelegde en heeft verdachte veroordeeld ter zake het onder 4 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 58 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van het voorarrest. Voorts heeft de rechtbank beslist dat de inbeslaggenomen laptop terug wordt gegeven aan de verdachte nadat de filmopnamen van feit 4 daarvan zijn verwijderd en dat de inbeslaggenomen telefoon wordt verbeurdverklaard. De benadeelde partij [slachtoffer 2] is door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding en met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] is de rechtbank er vanuit gegaan dat deze te laat is ingediend.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is, voor zover in hoger beroep aan de orde, tenlastegelegd dat:
2 primair:hij op of omstreeks 16 juni 2014 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1]
hebbende verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer 1] gedwongen te dulden dat verdachte en/of zijn mededader(s) zijn/hun penis in de vagina van die [slachtoffer 1] duwde(n)/bracht(en),
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachtes mededader die [slachtoffer 1] had meegenomen naar de flat van hem, verdachte en/of
- -
dat verdachtes mededader en/of verdachte die [slachtoffer 1] (een hoeveelheid) alcoholhoudende drank heeft/hebben gegeven en/of die [slachtoffer 1] in de gelegenheid heeft/hebben gesteld alcoholhoudende drank te nuttigen en/of (vervolgens)
- -
dat verdachtes mededader tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/erop heeft aangedrongen dat die [slachtoffer 1] haar onderkleding moest uittrekken omdat hij, verdachtes mededader, seks met die [slachtoffer 1] wilde hebben en/of (vervolgens) heeft verdachtes mededader die [slachtoffer 1] meegenomen naar de/een slaapkamer van die flat en/of vervolgens)
- -
dat hij verdachte, toen verdachtes mededader (ondermeer) voornoemde seksuele handeling(en) met die [slachtoffer 1] verrichtte op zeker moment (ook) in dezelfde slaapkamer is geweest en/of (vervolgens)
- -
de seksuele handeling(en) tussen zijn mededader en die [slachtoffer 1] (met zijn mobiele telefoon) heeft gefilmd en/of (vervolgens) - (ook) (ondermeer) bovengenoemde seksuele handeling(en) met die [slachtoffer 1] heeft verricht
en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] tezamen en in vereniging met zijn mededader een situatie heeft doen ontstaan waarin die [slachtoffer 1] zich niet tegen/aan de seksuele handeling(en) van hem, verdachte en/of verdachtes mededader kon en/of durfde te onttrekken en/of te verzetten en/of/aldus voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2 subsidiair:hij op of omstreeks 16 juni 2014 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] ,, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] ) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] hebbende verdachte en/of zijn mededader zijn/hun penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht, althans geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer 1] gehad;
3:hij in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 1 december 2013 te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het betasten/aanraken van en/of strelen over en/of knijpen in de (door kleding) bedekte borst(en) en/of buik en/of schaamstreek
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk
- -
die [slachtoffer 2] (bij de arm en/of middel) heeft vastgepakt en/of (vervolgens)
- -
die [slachtoffer 2] heeft meegetrokken naar de/een slaapkamer van zijn, verdachtes, (flat)woning en/of
- -
die [slachtoffer 2] op het/een bed heeft gegooid en/of (vervolgens) op die [slachtoffer 2] is gaan liggen
en/of (aldus) dat verdachte voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en onverhoeds en/of met kracht en/of tegen de wil van die [slachtoffer 2] heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 2] niet in staat was (voldoende en/of tijdig) weerstand te bieden tegen die handeling(en);
4:hij in of omstreeks de periode van 16 juni 2014 tot en met 3 november 2014, te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
een (aantal) afbeelding(en), te weten 3 film(s) , heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar was/waren, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
- het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van het onder 2 primair tenlastegelegde
Het hof acht, evenals de advocaat-generaal en de verdediging, niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs van het ten laste gelegde onder 2 subsidiair en 3
Het hof is van oordeel dat het door verdachte en zijn raadsman gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 2 subsidiair en 3 tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt ter zake de betrouwbaarheid van het bewijs allereerst het volgende.
Verklaringen dienen te worden beoordeeld op consistentie, accuraatheid en volledigheid. Het enkele feit dat in verklaringen op punten tegenstrijdigheden voorkomen, maakt deze verklaringen op zichzelf nog niet onbetrouwbaar. Dat kan immers te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen, teweeggebracht onder invloed van emoties, ontstaan door het delict of door tijdsverloop. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken en de wijze waarop zij zijn afgelegd.
Het onder 2 subsidiair tenlastegelegde
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaringen van zowel aangeefster [slachtoffer 1] als getuige/medeverdachte [medeverdachte] onvoldoende betrouwbaar zijn om voor het bewijs te gebruiken.
Het hof overweegt daarover het volgende.
Aangeefster [slachtoffer 1] is door de politie gehoord en heeft ten overstaan van de raadsheer-commissaris een verklaring afgelegd. Aangeefster meldt meteen nadat het gebeurd is dat zij seks heeft gehad met [medeverdachte] en ook met verdachte. [medeverdachte] bevestigt dit - ook dat verdachte seks had met aangeefster [slachtoffer 1] - in zijn verklaring tegenover de politie. Zijn verklaring – waarin [medeverdachte] zichzelf belast - over de omstandigheden waaronder dit is gebeurd stemt grotendeels overeen met hetgeen aangeefster [slachtoffer 1] daarover verklaart. Op detailniveau zijn er enkele verschillen. Het hof is van oordeel dat de verklaringen van de aangeefster en van [medeverdachte] consistent zijn. Daarbij komt dat een deel van het gebeuren in de woning van verdachte waarover [medeverdachte] en [slachtoffer 1] verklaren door verdachte is gefilmd. De verklaringen van aangeefster [slachtoffer 1] en [medeverdachte] vinden voor een belangrijk deel ook bevestiging in het gefilmde.
De door aangeefster [slachtoffer 1] en [medeverdachte] afgelegde verklaringen worden als betrouwbaar beschouwd en zullen voor het bewijs van het ten laste gelegde worden gebruikt..
Het onder 3 tenlastegelegde
Door de raadsman is voorts betoogd dat de verklaringen van aangeefster [slachtoffer 2] niet betrouwbaar zijn.
Het hof overweegt daarover het volgende.
Aangeefster [slachtoffer 2] is gehoord door de politie en ten overstaan van de raadsheer-commissaris. Op de essentiële punten verklaart zij consistent en worden haar verklaringen ook ondersteund door de verklaringen van getuigen [getuige 1] en [medeverdachte] .
De door aangeefster [slachtoffer 2] afgelegde verklaringen worden als betrouwbaar beschouwd en worden voor het bewijs gebruikt. Hetgeen de getuige [getuige 2] ter terechtzitting van het hof heeft verklaard over hoe vaak hij aangeefster bij verdachte heeft gezien, doet niets af aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster over de door verdachte gepleegde ontuchtige handelingen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 subsidiair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
2 subsidiair:hij op 16 juni 2014 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , met [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum] ) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht;
3:hij in de periode van 1 september 2013 tot en met 1 december 2013 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , door geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten/aanraken van en strelen over en knijpen in de door kleding bedekte borsten en buik en schaamstreek en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden hieruit dat verdachte opzettelijk
- -
die [slachtoffer 2] bij de arm en/of middel heeft vastgepakt en vervolgens
- -
die [slachtoffer 2] heeft meegetrokken naar de slaapkamer van zijn, verdachtes, flatwoning en
- -
die [slachtoffer 2] op het bed heeft gegooid en vervolgens op die [slachtoffer 2] is gaan liggen
en aldus dat verdachte voormelde ontuchtige handelingen zodanig plotseling en onverhoeds en met kracht en tegen de wil van die [slachtoffer 2] heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 2] niet in staat was weerstand te bieden tegen die handelingen;
4:hij in de periode van 16 juni 2014 tot en met 3 november 2014, te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, een aantal afbeeldingen, te weten 3 films, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in het bezit hebben.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 16 juni 2014 schuldig gemaakt aan ontucht met [slachtoffer 1] , toen een meisje van 15 jaar. Hij heeft haar met zijn penis gepenetreerd. Zij was op dat moment behoorlijk onder invloed van alcohol doordat verdachte en zijn vriend haar meerdere malen cola met Berenburg hadden gegeven.
Dergelijke seksuele handelingen vormen gezien de jeugdige leeftijd van [slachtoffer 1] en het leeftijdsverschil tussen haar en verdachte (toen 29 jaar oud), een ernstige inbreuk op haar lichamelijke en geestelijke ontwikkeling en integriteit.
Voorafgaand aan deze ontucht heeft verdachte gefilmd dat zijn vriend seks met [slachtoffer 1] had. Er zijn drie filmpjes door hem gemaakt. Deze filmpjes zijn door verdachte op zijn laptop opgeslagen en bewaard. Ook met dit filmen heeft verdachte de privacy en integriteit van [slachtoffer 1] geschonden.
In het jaar daarvoor heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan aanranding van [slachtoffer 2] , een meisje van toen 17 jaar. Een dergelijke seksuele aanranding leidt vaak tot psychische schade bij de slachtoffers. Uit de slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] blijkt dat dit bij haar ook het geval is.
Verdachte heeft zich bij het begaan van deze delicten louter door zijn seksuele verlangens laten leiden. Zonder zich er rekenschap van te geven welke nadelige gevolgen dit voor de slachtoffers zou hebben. Dat verdachte ook maar enig inzicht heeft in het laakbare en het schadelijke karakter van zijn gedrag met betrekking tot het filmen van een minderjarige die onder de genoemde omstandigheden seks heeft met zijn vriend, is het hof niet gebleken.
Uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 juli 2017 blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten.
Door de reclassering is op 19 januari 2015 een rapport opgemaakt over de persoon van verdachte. Uit dit rapport komen geen strafverminderende feiten of omstandigheden naar voren.
Het betreft zeer ernstige feiten waarvoor slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur in aanmerking komt. Alles in samenhang bezien is een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk, zoals gevorderd door de advocaat-generaal, naar het oordeel van het hof passend en geboden.
Het hof constateert echter dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM bij de behandeling van de zaak in hoger beroep met ongeveer een half jaar is overschreden. Ter compensatie van deze overschrijding laat het hof het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf achterwege.
Aan verdachte wordt daarom, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden opgelegd.
Beslag
Het onder 4 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de inbeslaggenomen en niet teruggegeven telefoon en laptop. Deze zijn onder hem in beslag genomen en behoren hem toe. Op de telefoon bevinden zich niet meer de opgenomen beelden. De telefoon zal worden verbeurd verklaard. De laptop waarop de kinderpornografische bestanden op staan zal worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet en het onevenredig veel werk is om deze laptop gegarandeerd vrij van kinderporno te krijgen.
Het hof heeft rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat door het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade aan het slachtoffer is toegebracht tot een bedrag van € 2.000,--. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht zal aan verdachte
de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 2.000,-- ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] .
Schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat door het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade aan het slachtoffer is toegebracht tot een bedrag van € 400,--. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht zal aan verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 400,-- ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] .
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 subsidiair, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
telefoon, Samsung.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
laptop, Packard Bell.
Schadevergoeding [slachtoffer 1]
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] , ter zake van het onder 2 subsidiair en 4 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Schadevergoeding [slachtoffer 2]
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2] , ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. L.T. Wemes en mr. K. Lahuis, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier,
en op 7 september 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. K. Lahuis is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.