Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1010
Mishandeling, art. 300 Sr. 1. Heeft hof de grondslag van de tenlastelegging verlaten door bewezen te verklaren dat verdachte de handelingen opzettelijk mishandelend heeft verricht, terwijl de tenlastelegging inhoudt dat de verdachte de handelingen opzettelijk heeft verricht? 2. Putatief noodweer. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1588
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 september 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/06158
- Conclusie
P-G mr. J. Silvis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1588, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:594, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2018
Essentie
Mishandeling, art. 300 Sr.
1. Heeft hof de grondslag van de tenlastelegging verlaten door bewezen te verklaren dat verdachte de handelingen opzettelijk mishandelend heeft verricht, terwijl de tenlastelegging inhoudt dat de verdachte de handelingen opzettelijk heeft verricht?
2. Putatief noodweer. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
11 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/06158
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 november 2016, nummer 22/005907-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.