Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Israël
Protocol inzake wederzijdse bijstand betreffende samenwerking bij fraude en klantenservice
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2003
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in het Maandbericht van oktober 2003.
- Bronpublicatie:
17-07-2001, Trb. 2001, 174 (uitgifte: 22-10-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2004, Trb. 2004, 31 (uitgifte: 20-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Artikel 1. Verificatie van aanvragen en betalingen
1
Na ontvangst van een aanvraag verifieert het bevoegde orgaan van de Verdragsluitende Partij de informatie betreffende de aanvrager en, indien van toepassing, zijn gezinsleden en doet dit bewijsmateriaal tezamen met andere relevante documenten toekomen aan het bevoegde orgaan van de andere Partij, opdat de laatstgenoemde de aanvraag verder kan behandelen.
2
Punt 1 is ook van toepassing wanneer het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij de andere Partij verzoekt een onderzoek in te stellen ter verificatie van de rechtmatigheid van betalingen gedaan aan rechthebbenden die wonen of verblijven op het grondgebied van die andere Partij.
3
De in de punten 1 en 2 bedoelde informatie omvat tevens informatie met betrekking tot adres, werk, het volgen van scholing, inkomen, gezinssituatie, arbeidsgeschiktheid of gezondheidstoestand.
4
De bevoegde organen van de Verdragsluitende Partijen kunnen zich rechtstreeks wenden tot zowel elkaar als tot hun respectieve uitkeringsgerechtigden of hun vertegenwoordigers.
Artikel 2. Identificatie
Om het recht op uitkeringen en de rechtmatigheid van betalingen krachtens de Israëlische of Nederlandse wetgeving te verifiëren, is een persoon die onder de werkingssfeer van dit Verdrag valt verplicht zich te identificeren door overlegging van een officieel bewijs van zijn of haar identiteit aan het bevoegde orgaan in Israël of in Nederland. Het bevoegde orgaan identificeert de aanvrager aan de hand van dit identiteitsbewijs. Een identiteitsbewijs omvat een paspoort of enige andere geldige identiteitskaart die is afgegeven door de bevoegde autoriteiten in de woonplaats van deze persoon.
Het bevoegde orgaan stelt het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij ervan in kennis dat de identiteit van de aanvrager naar behoren is geverifieerd, door toezending van een kopie van het identiteitsbewijs.
Artikel 3. Verificatie van medische informatie
1
Op verzoek van het bevoegde orgaan wordt verificatie van administratieve en medische informatie met betrekking tot aanvragers of ontvangers van Israëlische uitkeringen die wonen in Nederland verricht door GAK Nederland bv.
2
Op verzoek van het bevoegde orgaan wordt verificatie van administratieve en medische informatie met betrekking tot aanvragers of ontvangers van Nederlandse uitkeringen die wonen in Israël verricht door het Nationaal Verzekeringsinstituut.
3
Voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen gebruiken de organen van beide Verdragsluitende Partijen de door de organen van de andere Partij verstrekte geneeskundige rapporten en administratieve gegevens die aan hen zijn verstrekt door de organen van de andere Partij, maar zij behouden zich het recht voor de aanvrager of uitkeringsgerechtigde te doen onderzoeken door een arts van hun keuze of de betrokkene op te roepen een medisch onderzoek te ondergaan op het grondgebied van de bevoegde Staat.
4
De betrokken persoon is verplicht gehoor te geven aan elk verzoek als bedoeld in punt 3 door zich te melden voor een geneeskundig onderzoek. Indien hij meent dat hij om medische redenen niet in staat is zich te begeven naar het grondgebied van de Staat waar hij door het bevoegde orgaan is opgeroepen, dient hij dat orgaan onverwijld daarvan in kennis te stellen. Hij is dan verplicht een medische verklaring over te leggen die is afgegeven door een daartoe door het bevoegde orgaan aangewezen arts over te leggen. Deze verklaring moet de medische redenen bevatten van de onmogelijkheid om te reizen, alsmede de verwachte duur van deze onmogelijkheid.
5
De kosten van het onderzoek en, ingeval het onderzoek wordt verricht op het grondgebied van de bevoegde Staat, de reis- en verblijfkosten, worden betaald door het bevoegde orgaan op verzoek waarvan het onderzoek wordt uitgevoerd.
Artikel 4. Terugvordering van onverschuldigde betalingen
1
De in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken of beslissingen van de organen of autoriteiten van een Verdragsluitende Partij betreffende de terugvordering van onverschuldigde betalingen terzake van sociale verzekeringen worden door de andere Partij erkend.
2
Erkenning kan slechts worden geweigerd indien deze strijdig is met de openbare orde van de Verdragsluitende Partij waar de uitspraak of de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd.
3
De in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken en beslissingen die worden erkend in overeenstemming met punt 1 worden door de andere Verdragsluitende Partij uitgevoerd. De tenuitvoerlegging geschiedt overeenkomstig de wettelijke regelingen die van toepassing zijn in de Staat op het grondgebied waarvan de uitspraak of beslissing moet worden uitgevoerd, welke gelden voor vergelijkbare in die Staat gedane uitspraken of genomen beslissingen. De bevestiging dat een rechterlijke uitspraak of beslissing kracht van gewijsde heeft, moet worden vermeld op het gewaarmerkte afschrift van die uitspraak of beslissing.
4
Indien een ontvanger van een uitkering als bedoeld in artikel 2 van dit Verdrag, die is toegekend krachtens het Verdrag of ingevolge het nationale recht, een bedrag ontvangt dat onverschuldigd is betaald, kan het bevoegde orgaan van de betrokken Verdragsluitende Partij het bevoegde orgaan in de andere Staat waaruit de uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt, verzoeken de onverschuldigde betaling in mindering te brengen op de aan de uitkeringsgerechtigde in die andere Staat nog te betalen achterstallige bedragen of uitkering. Het laatstbedoeld orgaan houdt het bedrag in overeenstemming met, en binnen de grenzen van, de door het orgaan toegepaste wetgeving in en maakt het bedrag over aan het orgaan dat een vordering heeft.
Artikel 5. Inning van premies
1
De in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken of beslissingen van de organen of autoriteiten van een Verdragsluitende Partij betreffende de inning van premies worden door de andere Partij erkend.
2
Erkenning kan slechts worden geweigerd indien deze strijdig is met de openbare orde van de Verdragsluitende Partij waar de uitspraak of de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd.
3
De in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken en beslissingen die worden erkend in overeenstemming met het eerste lid worden door de andere Verdragsluitende Partij uitgevoerd. De tenuitvoerlegging geschiedt overeenkomstig de wettelijke regelingen die van toepassing zijn in de Staat op het grondgebied waarvan de uitspraak of beslissing moet worden uitgevoerd. De bevestiging dat een rechterlijke uitspraak of beslissing kracht van gewijsde heeft, moet worden vermeld op het gewaarmerkte afschrift van die uitspraak of beslissing.
4
De wettelijke vertegenwoordiger in Israël van de Nederlandse bevoegde organen, die belast is met de afhandeling van de hierboven beschreven wettelijke procedures, is het Nationaal Verzekeringsinstituut. De wettelijke vertegenwoordigers in Nederland van het Israëlische bevoegde orgaan, die belast zijn met de afhandeling van de hierboven beschreven wettelijke procedures, zijn de in artikel 2 van het Administratief Akkoord bedoelde verbindingsorganen.
Artikel 6. Weigering te betalen, opschorting, intrekking
Naar aanleiding van de informatie en het onderzoek als beschreven in dit Protocol kan het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij een in artikel 2 van het Verdrag vermelde uitkering weigeren te betalen, opschorten of intrekken, indien naar zijn oordeel de aanvrager of uitkeringsgerechtigde verzuimt enig vereist onderzoek te ondergaan of, naar gelang van het geval, indien het bevoegde orgaan van de andere Partij verzuimt een onderzoek dat krachtens dit Protocol vereist is, uit te voeren.
Dit Protocol vormt een integrerend deel van het Verdrag.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Jeruzalem op 17 juli 2001, wat overeenkomt met 26 Tamuz 5761, in de Engelse taal.