Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 405 Verhouding tot WTO-verplichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Een beroep op de bepalingen van dit hoofdstuk over de beslechting van geschillen doet geen afbreuk aan enige maatregel in het kader van de WTO, waaronder geschillenbeslechtingsprocedures.
2.
Een partij kan met betrekking tot een specifieke maatregel evenwel niet in beide fora een procedure in verband met een in wezen gelijkwaardige verplichting uit hoofde van zowel deze overeenkomst als de WTO-overeenkomst inleiden. In dat geval mag de partij, zodra een procedure voor geschillenbeslechting is ingeleid, enkel een procedure in verband met de schending van de in wezen gelijkwaardige verplichting uit hoofde van de andere overeenkomst in het andere forum inleiden wanneer het eerst gekozen forum om procedurele of bevoegdheidsredenen geen uitspraak kan doen in de procedure ten aanzien van de schending van die verplichting.
3.
Voor de toepassing van lid 2 van dit artikel worden:
- a)
procedures voor geschillenbeslechting krachtens de WTO-overeenkomst geacht te zijn ingeleid wanneer een partij overeenkomstig artikel 6 van het WTO-memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen een verzoek om instelling van een panel indient, en
- b)
procedures voor geschillenbeslechting krachtens dit hoofdstuk geacht te zijn ingeleid wanneer een partij overeenkomstig artikel 384 van deze overeenkomst een verzoek om instelling van een arbitragepanel indient.
4.
Geen enkele bepaling in deze overeenkomst belet dat een partij de opschorting van de verplichtingen die is toegestaan door het DSB, ten uitvoer legt. Er kan geen beroep op de WTO-overeenkomst worden gedaan om te beletten dat een partij de verplichtingen uit hoofde van dit hoofdstuk opschort.