Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG
Artikel 40 Rapportagevereisten
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Inwerkingtreding
17-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst kunnen voorschrijven dat elke kredietinstelling die een bijkantoor op het grondgebied van die lidstaat heeft, aan deze bevoegde autoriteiten een periodiek verslag over haar werkzaamheden in die lidstaat van ontvangst zendt.
Die verslagen worden enkel verlangd voor informatiedoeleinden of voor statistische doeleinden, voor de toepassing van artikel 51, lid 1, of voor toezichtsdoeleinden overeenkomstig dit hoofdstuk. Op hen zijn eisen betreffende het beroepsgeheim van toepassing die minstens gelijkwaardig zijn aan de in artikel 53, lid 1, bedoelde eisen.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst kunnen meer in het bijzonder informatie van de in de eerste alinea bedoelde kredietinstellingen verlangen om te kunnen uitmaken of het gaat om een significant bijkantoor in overeenstemming met artikel 51, lid 1.