Einde inhoudsopgave
Faillissementswet BES
Artikel 232
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Faillissementsbesluit 1931, zoals gewijzgd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
22-09-2010, Stb. 2010, 496 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bedrijfseconomisch advies (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Surseance van betaling
1.
Nadat de surséance is verleend, kan zij, op verzoek van de bewindvoerders, van één of meer der schuldeischers of ook ambtshalve door den rechter in eersten aanleg worden ingetrokken:
- 1°
indien de schuldenaar zich, gedurende den loop der surséance, aan kwade trouw in het beheer van den boedel schuldig maakt;
- 2°
indien hij zijne schuldeischers tracht te benadeelen;
- 3°
indien hij handelt in strijd met artikel 218, eerste lid;
- 4°
indien hij nalaat te doen, wat in de bepalingen, bij het verleenen der surséance of later gesteld, aan hem is opgelegd of wat naar het oordeel der bewindvoerders door hem in het belang des boedels moet worden gedaan;
- 5°
indien, hangende de surséance, de staat des boedels zoodanig blijkt te zijn, dat handhaving der surséance niet langer wenschelijk is of het vooruitzicht, dat de schuldenaar na verloop van tijd zijne schuldeischers zal kunnen bevredigen blijkt niet te bestaan.
2.
In de gevallen, vermeld onder 1e. en 5e., zijn de bewindvoerders verplicht de intrekking te vragen.
3.
De verzoeker, de schuldenaar en de bewindvoerders worden gehoord of behoorlijk opgeroepen. De oproeping geschiedt door den griffier tegen een door den rechter in eersten aanleg te bepalen dag. De beschikking is met redenen omkleed.
4.
Indien op grond van dit artikel de surséance wordt ingetrokken, kan bij dezelfde beschikking de faillietverklaring van de schuldenaar worden uitgesproken. Wordt het faillissement niet uitgesproken, dan blijft de surséance gehandhaafd tot de beschikking van den rechter in eersten aanleg in kracht van gewijsde is gegaan.