Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 09-02-2010
- Bronpublicatie:
22-12-2009, PbEU 2010, L 15 (uitgifte: 20-01-2010, regelingnummer: 37/2010)
- Inwerkingtreding
09-02-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2009, PbEU 2010, L 15 (uitgifte: 20-01-2010, regelingnummer: 37/2010)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name op artikel 27, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Met het oog op de bescherming van de volksgezondheid zijn farmacologisch werkzame stoffen op grond van een wetenschappelijke beoordeling van hun veiligheid ingedeeld in vier bijlagen bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2). Bijlage I bij die verordening bevat stoffen waarvoor een maximumwaarde voor residuen is vastgesteld, bijlage II stoffen waarvoor vaststelling van een maximumwaarde voor residuen niet nodig was, bijlage III stoffen waarvoor een voorlopige maximumwaarde voor residuen is vastgesteld en bijlage IV stoffen waarvoor geen maximumwaarde voor residuen kon worden vastgesteld omdat residuen van die stoffen, ongeacht de maximumhoeveelheid ervan, gevaar opleveren voor de menselijke gezondheid.
- (2)
Ter vereenvoudiging moeten die farmacologisch werkzame stoffen, met hun indeling op basis van maximumwaarden voor residuen, in een verordening van de Commissie worden opgenomen. Aangezien die indeling berust op het in Verordening (EG) nr. 470/2009 omschreven indelingssysteem, moet er ook rekening mee worden gehouden als het gaat om de eventuele toediening van die farmacologisch werkzame stoffen aan voedselproducerende dieren.
- (3)
De momenteel in de bijlagen bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen informatie over de therapeutische klassen waartoe farmacologisch werkzame stoffen behoren, moet worden overgenomen in een kolom voor de therapeutische klassen van de stoffen.
- (4)
Voor het gebruiksgemak moeten alle farmacologisch werkzame stoffen in alfabetische volgorde in één bijlage worden opgenomen. Omwille van de duidelijkheid moeten er twee tabellen komen: een tabel voor toegestane stoffen, die in de bijlagen I, II en III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 staan, en een tabel voor verboden stoffen, die in bijlage IV bij die verordening zijn opgenomen.
- (5)
Voorlopige maximumwaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 waarvan de geldigheidsduur is verstreken, dienen niet in deze verordening te worden opgenomen.
- (6)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: