Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 469 [Verkoop bij opbod (en afmijning). Betaling aan deurwaarder]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
03-06-2020, Stb. 2020, 177 (uitgifte: 18-06-2020, kamerstukken: 35225)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2020, Stb. 2020, 277 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
De verkoop wordt gehouden bij opbod of, ter keuze van de executant, bij opbod gevolgd door afmijning en de toewijzing zal geschieden aan de meestbiedende en tegen gerede betaling of storting in handen van de deurwaarder.
2.
De deurwaarder is bevoegd te vorderen, dat hem door elke bieder de geboden koopsom ter hand wordt gesteld en mag deze onder zich houden, totdat de zaak is toegewezen.
3.
Stelt een bieder, na de in het vorige lid bedoelde vordering, de geboden koopsom niet aan de deurwaarder ter hand, dan wordt zijn bod niet aangenomen en wordt hij gedurende de gehele verkoping niet meer als bieder toegelaten.
4.
Bij de toewijzing wordt geen rekening gehouden met biedingen die ingevolge het vorige lid niet mogen worden aangenomen.
5.
Bij gebreke van betaling zal de zaak terstond weer verkocht worden ten laste van hem wien zij toegewezen is.