NJ 2021/263
OM-cassatie. Terechte niet-ontvankelijkverklaring vanwege ontoelaatbare beperking hoger beroep.
HR 06-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1062
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juli 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/03563
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS287150:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1062, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:270, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑10‑2020
- Wetingang
Art. 407 Sv
Essentie
OM-cassatie. Terechte niet-ontvankelijkverklaring vanwege ontoelaatbare beperking hoger beroep.
Samenvatting
Het hof heeft terecht geoordeeld dat de door de rechtbank uitgesproken verbeurdverklaring niet op de voet van art. 407 lid 2 Sv van het hoger beroep kon worden uitgezonderd. Het cassatiemiddel faalt nu het in de kern berust op de onjuiste opvatting dat aan niet-naleving van art. 407 Sv door het Openbaar Ministerie bij gedeeltelijke intrekking van het hoger beroep geen consequenties mogen worden verbonden omdat het hof dan moet uitgaan van de akte instellen hoger beroep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.