NJ 2009, 341
Keuring door arts in opdracht keurling en WAM-verzekeraar; blokkeringsrecht art. 7:464 lid 2 onder b BW; dwingendrechtelijke aard blokkeringsrecht; overgangsrecht.
HR 12-08-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3477, m.nt. F.C.B. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 augustus 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/095HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
F.C.B. van Wijmen
- LJN
AT3477
- JCDI
JCDI:ADS160989:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT3477, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑08‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT3477, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑08‑2005
- Wetingang
BW art. 7:446, 464; WGBO art. V Besluit van 13 maart 2000
Essentie
Keuring door arts in opdracht keurling en WAM-verzekeraar; blokkeringsrecht art. 7:464 lid 2 onder b BW; dwingendrechtelijke aard blokkeringsrecht; overgangsrecht.
Een door de keurling en een derde gezamenlijk verstrekte opdracht valt niet onder de omschrijving van de behandelingsovereenkomst. Gelet op art. V WGBO en het Besluit van 13 maart 2000 houdende aanwijzing van situaties bedoeld in art. 464 van Boek 7 BW, is art. 7:464 lid 2 onder b BW (houdende een blokkeringsrecht) voor de uitkomsten van een onderzoek als hier aan de orde (een keuring in verband met de bepaling van de omvang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.