Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 386/2012 tot toewijzing aan het Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van taken die verband houden met de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van de vergadering van vertegenwoordigers van de publieke en private sector als Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten
Artikel 7 Inhoud van het werkprogramma en van het jaarverslag
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2012
- Bronpublicatie:
19-04-2012, PbEU 2012, L 129 (uitgifte: 16-05-2012, regelingnummer: 386/2012)
- Inwerkingtreding
05-06-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2012, PbEU 2012, L 129 (uitgifte: 16-05-2012, regelingnummer: 386/2012)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
1.
Het Bureau stelt een jaarlijks werkprogramma op, waarin de werkzaamheden uit hoofde van deze verordening en voor de bijeenkomsten van het Waarnemingscentrum op een passende wijze worden geprioriteerd, in overeenstemming met het beleid en de prioriteiten van de Unie op het gebied van bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, en in samenwerking met de in artikel 4, lid 5, onder a), bedoelde vertegenwoordigers in het Waarnemingscentrum.
2.
Het in lid 1 bedoelde werkprogramma wordt ter informatie voorgelegd aan de raad van bestuur van het Bureau.
3.
Het in artikel 124, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 207/2009 bedoelde jaarverslag bevat ten minste de volgende informatie met betrekking tot de taken en activiteiten van het Bureau krachtens deze verordening:
- a)
een terugblik op de belangrijkste activiteiten die tijdens het voorgaande kalenderjaar zijn uitgevoerd;
- b)
de tijdens het voorgaande kalenderjaar behaalde resultaten, waar van toepassing vergezeld van sectorverslagen waarin de situatie in de verschillende bedrijfstakken en productiesectoren wordt geanalyseerd;
- c)
een algemene beoordeling van de uitvoering van de taken van het Bureau krachtens deze verordening en volgens het overeenkomstig lid 1 opgestelde werkprogramma;
- d)
een overzicht van de activiteiten die het Bureau in de toekomst voornemens is te ontplooien;
- e)
opmerkingen over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en eventuele toekomstige beleidsmaatregelen en strategieen, met inbegrip van de wijze waarop effectieve samenwerking met en tussen de lidstaten kan worden vergroot;
- f)
een algemene beoordeling van de deugdelijke vertegenwoordiging in het Waarnemingscentrum van alle in artikel 4, lid 2, genoemde actoren.
Alvorens het jaarverslag aan het Europees Parlement, de Commissie en de raad van bestuur voor te leggen, raadpleegt de voorzitter van het Bureau de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 4, lid 5, onder a), over de relevant onderdelen van het verslag.