RAR 2023/124
Vakantieaanspraak. Kwalificeert een bovenwettelijke vrijetijdsaanspraak als vakantie indien deze wordt ingezet voor andere doeleinden? Welk loonbegrip geldt voor bovenwettelijke vakantiedagen?
HR 09-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:816
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/05265
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS710503:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:816, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1198, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2022
- Wetingang
Art. 7:634, 7:639, 7:645 BW
Essentie
Vakantie. Vakantieaanspraak. Loondoorbetalingsverplichting. Loonbegrip. Bovenwettelijke vakantiedag.
Kwalificeert een bovenwettelijke vrijetijdsaanspraak als vakantie indien deze wordt ingezet voor andere doeleinden? Is het toegestaan om voor bovenwettelijke vakantiedagen een ander loonbegrip overeen te komen dan geldt voor wettelijke vakantiedagen?
Samenvatting
De werknemer is in dienst bij NSR als machinist. Op zijn arbeidsovereenkomst is de collectieve arbeidsovereenkomst NS van toepassing. De werknemer heeft op grond van de cao recht op wettelijke vakantiedagen (in art. 28 van de cao “verlofuren” genoemd) en op in art. 29 van de cao genoemde vrije uren. De werknemer neemt vanaf 1 januari 2014 deel aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.