Hof Amsterdam, 08-07-2020, nr. 23-002399-19
ECLI:NL:GHAMS:2020:1911
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
08-07-2020
- Zaaknummer
23-002399-19
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2020:1911, Uitspraak, Hof Amsterdam, 08‑07‑2020; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
Uitspraak 08‑07‑2020
Inhoudsindicatie
Vrijspraak rijden onder invloed amfetamine. Tijdsverloop afnemen bloedmonster en ontvangst lab is 11 dagen. Niet voldaan aan strikte waarborg 'zo spoedig mogelijk bezorgen' en zonder uitstel toezenden art. 13 Besluit. Onderzoek uitgesloten van bewijs.
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002399-19
datum uitspraak: 8 juli 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 13 juni 2019 in de strafzaak onder parketnummer
96-246402-18 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van24 juni 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is partieel hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis. Het hoger beroep richt zich tegen bewezenverklaring van feit 1.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep aan het oordeel van het hof onderworpen, tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 2 juli 2018 te Haarlem, een voertuig, te weten een personenauto heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten amfetamine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94, het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 890 microgram amfetamine per liter boed bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stof vermelde grenswaarde.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Ten overvloede merkt het hof op dat tegen de veroordeling van het onder 2 tenlastegelegde geen hoger beroep is ingesteld en dat het vonnis in zoverre niet aan het oordeel van het hof onderworpen is. De door de politierechter voor dat feit, te weten een overtreding van artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994, afzonderlijk opgelegde straf blijft daarom in stand.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.
Vrijspraak
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden. Zij heeft daartoe – kort weergegeven – aangevoerd dat uit het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] van 24 augustus 2018 en het aanvullend proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2] van 5 mei 2020 blijkt dat met betrekking tot de bloedmonsters van de verdachte is voldaan aan de vereiste voorwaarden voor betrouwbaar onderzoek zoals bedoeld in artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (het Besluit). De uitslag van het bloedonderzoek mag dus voor het bewijs worden gebruikt.
De raadsman heeft bepleit dat de strikte voorschriften betreffende het bloedonderzoek, die zijn neergelegd in het Besluit, niet zijn nageleefd, waardoor van een onderzoek zoals bedoeld in artikel 8 WVW geen sprake is. Voorgeschreven is dat het bloedmonster zo spoedig mogelijk bij het laboratorium bezorgd moet worden. In onderhavige zaak heeft het onderzoekende laboratorium, de Medische Laboratoria [naam], de bloedmonsters 11 dagen na het afnemen daarvan ontvangen, waardoor niet aan het vereiste ‘zo spoedig mogelijk bezorgen’ is voldaan. Wegens het niet naleven van deze voorwaarde dient het resultaat van dit bloedonderzoek te worden uitgesloten van het bewijs en zal dit daarom tot vrijspraak moeten leiden.
Het hof overweegt als volgt.
Van ‘een onderzoek’ als bedoeld in artikel 8, vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994 is slechts sprake indien de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek heeft omkleed. Tot die waarborgen behoort onder meer de waarborg genoemd in artikel 13, eerste lid, onder d van het Besluit, inhoudende dat bloedmonsters zo spoedig mogelijk worden bezorgd bij het geaccrediteerde laboratorium als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van het Besluit. Blijkens het arrest van de Hoge Raad van27 maart 1990, ECLI:NL:HR:1990:AD6972 moet hieronder worden begrepen dat de bloedmonsters ook zonder uitstel worden toegezonden aan het laboratorium. Deze waarborg is een strikte waarborg, zodat het onderzoek bij het niet naleven daarvan niet voor het bewijs mag worden gebezigd.
Op basis van het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] stelt het hof vast dat de bloedmonsters op2 juli 2018 bij de verdachte zijn afgenomen en op een onbekende datum door verbalisant [verbalisant 1] zijn verpakt en naar het NFI te Den Haag zijn verzonden. Blijkens het door verbalisant [verbalisant 2] opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van 17 februari 2020 zijn de monsters wegens capaciteitsproblemen door het NFI doorgestuurd aan de Medische Laboratoria [naam], alwaar de monsters blijkens het ‘Rapport drugs in het verkeer’ op 13 juli 2018 zijn ontvangen.
Aangezien er een tijdsverloop van 11 dagen is tussen het afnemen en het ontvangen van de monsters door – uiteindelijk – Medische Laboratoria [naam], kan het hof zonder nadere informatie niet vaststellen of de bloedmonsters zo spoedig mogelijk bij het laboratorium zijn bezorgd, dan wel door de politie zijn verzonden. Niet is immers bekend geworden op welke datum de bloedmonsters door verbalisant [verbalisant 1] zijn verzonden, noch op welke datum het NFI de monsters heeft ontvangen en evenmin op welke datum de monsters door het NFI zijn doorgestuurd waaruit mogelijk een ontvangstdatum door het NFI had kunnen worden afgeleid. Het hof oordeelt dan ook dat niet aan de betreffende waarborg is voldaan. Nu het voorschrift onderdeel uitmaakt van het stelsel van strikte waarborgen, dient het resultaat van het verrichte bloedonderzoek van het bewijs uitgesloten te worden. Zonder ‘een onderzoek’ als bedoeld in artikel 8, vijfde lid WVW kan niet worden bewezen dat de verdachte onder invloed van amfetamine een personenauto heeft bestuurd. De verdachte moet daarom van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L. Leenaers, mr. M. Iedema en mr. J. Piena, in tegenwoordigheid van mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 juli 2020.
[…]