Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening belastingen [Aruba]
Artikel 17 [Bezwaarschrift]
Geldend
Geldend vanaf 06-06-2018
- Bronpublicatie:
24-05-2018, Afkondigingsblad van Aruba 2018, 34 (uitgifte: 05-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-2018, Afkondigingsblad van Aruba 2018, 34 (uitgifte: 05-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, daaronder begrepen bezwaar tegen het bedrag dat ingevolge artikel 11, vierde lid, buiten invordering is gebleven, of tegen een ingevolge deze landsverordening of een belastingverordening door de Inspecteur genomen voor bezwaar vatbare beschikking, kan binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of van het ter post bezorgde of uitgereikte afschrift van de beschikking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Inspecteur. De Inspecteur tekent onverwijld de datum van ontvangst aan op het bezwaarschrift. Bij ontvangst van het bezwaarschrift kan de Inspecteur op verzoek een ontvangstbevestiging afgeven.
2.
Degene die bezwaar heeft tegen het bedrag dat als belasting door hem op aangifte is voldaan of afgedragen, of dat als belasting door een inhoudingsplichtige van hem is ingehouden, kan binnen twee maanden na de betaling respectievelijk de inhouding een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Inspecteur.
3.
Degene die bezwaar heeft tegen meer dan één belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking, kan daartegen bezwaar maken bij één bezwaarschrift.
4.
Indien de bedragen van een belastingaanslag en van een voor bezwaar vatbare beschikking waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd, op één aanslagbiljet zijn vermeld, wordt een bezwaarschrift tegen de belastingaanslag geacht mede te zijn gericht tegen de boete, tenzij uit het bezwaarschrift het tegendeel blijkt.
5.
Ten aanzien van een na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn ingediende bezwaarschrift, blijft niet-ontvankelijkheidsverklaring op grond van het verstrijken daarvan achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaar in verzuim is geweest.