HR, 21-03-2014, nr. 13/00480
ECLI:NL:HR:2014:669
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21-03-2014
- Zaaknummer
13/00480
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2014:669, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑2014; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Uitspraak 21‑03‑2014
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Partij(en)
21 maart 2014
Nr. 13/00480
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 21 december 2012, nr. 04/02693, betreffende het verzoek van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.
1. Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaken met nummers 13/00479, 13/00480 en 13/00481 met elkaar samenhangen in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op een derde van € 974, derhalve € 324,67, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2014.
Van de Staat wordt ter zake van het door de Staatssecretaris van Financiën ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 466.