NJB 2013/2410
Art. 6 lid 2 EVRM. Onschuldpresumptie. Weigering schadevergoeding na vernietiging veroordeling tot gevangenisstraf. Geen schending
EHRM 12-07-2013, ECLI:CE:ECHR:2013:0712JUD002542409 (Allen/Verenigd Koninkrijk)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
12 juli 2013
- Magistraten
Grote Kamer: Spielmann (president), Casadevall, Raimondi, Ziemele, Villiger, Berro-Lefèvre, Hajiyev, Thór Bjögvinsson, Šikuta, Nicolaou, Sajó, Bianku, Kalaydjieva, De Gaetano, Lemmens, Mahoney, Wojtyczek
- Zaaknummer
25424/09
- Roepnaam
Allen/Verenigd Koninkrijk
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2013:0712JUD002542409, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 12‑07‑2013
- Wetingang
(EVRM art. 6 lid 2; Protocol nr. 7 art. 3)
Essentie
Art. 6 lid 2 EVRM. Onschuldpresumptie. Weigering schadevergoeding na vernietiging veroordeling tot gevangenisstraf. Geen schending
Partij(en)
Allen vs. Verenigd Koninkrijk
Uitspraak
A. Feiten
Klaagster, mw. Allen, werd op 7 september 2000 in het Verenigd Koninkrijk veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor doodslag op haar vier maanden oude zoon Patrick. Een jury was tot deze veroordeling gekomen op basis van getuigenissen van medische experts die oordeelden dat het letsel van de baby overeenkwam met het shaken baby syndroom, oftewel het syndroom van de door elkaar geschudde baby. Allen ging in beroep nadat de beroepstermijn was verstreken en wees ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.