Einde inhoudsopgave
Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020
7.1 Tijd-, plaats- en apparaatsonafhankelijk werken (TPAW)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
28-08-2018, Stcrt. 2018, 49773 (uitgifte: 03-09-2018, regelingnummer: 2018-0000732185)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-08-2018, Stcrt. 2018, 49773 (uitgifte: 03-09-2018, regelingnummer: 2018-0000732185)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Flexibel werken wordt steeds meer gemeengoed binnen de Rijksoverheid. Dit kan op individueel niveau ook betekenen dat medewerkers hun werkzaamheden steeds meer verrichten onafhankelijk van tijd, plaats en apparaat (TPAW) zonder dat de werkzaamheden op zichzelf hier direct aanleiding toe geven. In andere gevallen is thuiswerken en werken buiten de reguliere kantoortijden of kantoorlocatie een verplicht onderdeel van de functie. Partijen constateren dat de huidige afspraken bij thuiswerken niet meer aansluiten bij de praktijk.
Partijen spreken af dat de regelgeving die ertoe strekt medewerkers die verplicht thuiswerken te ondersteunen en compenseren, aan te passen om deze beter aan te laten sluiten bij de huidige praktijk. De afspraken over vrijwillig thuiswerken komen te vervallen.
Voor die gevallen dat TPAW niet direct uit noodzaak voor de werkzaamheden ontstaat, benadrukken partijen dat het uitgangspunt is dat thuis en elders werken geen recht of plicht is, maar een mogelijkheid die medewerkers wordt geboden. Uitgangspunt daarbij is deze mogelijkheid voor iedere medewerker in gelijke situaties op een gelijke manier toegankelijk is en gefaciliteerd wordt. Belangrijke aandachtspunten bij TPAW zijn een veilige toegang tot de digitale werkomgeving en een verantwoorde werkplek. Leidinggevenden en collega's moeten afspraken maken over bereikbaarheid, sturing, samenwerking en de balans tussen werk en privé.
Voorts benadrukken partijen het belang van de Rijkswerkplek als bron van inspiratie en stimulans voor samenwerking. Het huisvestingsbeleid is erop gericht alle medewerkers die in een rijkskantoor willen werken, een geschikte werkplek te bieden. Ervaringen van medewerkers met werken in (nieuwe) gebouwen zullen geregeld in beeld worden gebracht door middel van dynamische en kort-cyclische medewerkersonderzoeken. Indien de uitkomst van medewerkersonderzoeken in relatie tot de fysieke werkomgeving daar aanleiding toe geeft, wordt de huisvestingsnorm opnieuw bezien in overleg met de betrokken medezeggenschap.