Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 52 Voorrechten, immuniteiten en faciliteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De gemachtigden, raadslieden en advocaten die voor het Gerecht of voor een bij rogatoire commissie aangewezen rechter verschijnen, zijn vrijgesteld van rechtsvervolging voor hetgeen zij met betrekking tot de zaak of de partijen hebben gezegd en geschreven.
2.
De gemachtigden, raadslieden en advocaten genieten voorts de volgende voorrechten en faciliteiten:
- a)
de op het proces betrekking hebbende stukken en bescheiden zijn aan onderzoek en inbeslagneming onttrokken; in geval van geschil kan de douane of politie de betrokken stukken verzegelen; zij worden onverwijld aan het Gerecht toegezonden, teneinde in tegenwoordigheid van de griffier en van de betrokkene te worden geverifieerd;
- b)
de gemachtigden, raadslieden en advocaten genieten de voor de vervulling van hun taak noodzakelijke bewegingsvrijheid.