AB 2014/25
Art. 6 lid 1 EVRM. Moeders van Srebrenica. Immuniteit van de Verenigde Naties leidt niet tot schending van het recht op toegang tot de rechter. Klacht niet-ontvankelijk.
EHRM 11-06-2013, ECLI:CE:ECHR:2013:0611DEC006554212, m.nt. T. Barkhuysen & M.L. van Emmerik (Stichting Mothers of Srebrenica e.a./Nederland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
11 juni 2013
- Magistraten
Josep Casadevall, Alvina Gyulumyan, Corneliu Bîrsan, Ján Šikuta, Luis López Guerra, Nona Tsotsoria, Johannes Silvis
- Zaaknummer
65542/12
- Noot
T. Barkhuysen & M.L. van Emmerik
- Roepnaam
Stichting Mothers of Srebrenica e.a./Nederland
- JCDI
JCDI:ADS660512:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2013:0611DEC006554212, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 11‑06‑2013
- Wetingang
Art. 6 lid 1 EVRM
Essentie
Art. 6 lid 1 EVRM. Moeders van Srebrenica. Immuniteit van de Verenigde Naties leidt niet tot schending van het recht op toegang tot de rechter. Klacht niet-ontvankelijk.
Samenvatting
De stichting ‘Moeders van Srebrenica’ klaagt samen met een aantal anderen de Nederlandse staat en de Verenigde Naties (VN) aan vanwege het falende optreden van het Nederlandse Dutchbat, dat deel uitmaakte van de United Nations Protection Force (UNPROFOR), in verband met de val van Srebrenica in juli 1995. De VN beriep zich op haar immuniteit van jurisdictie. Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad aanvaardden dit beroep. Het Gerechtshof heeft daarbij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.