Einde inhoudsopgave
Besluit financiële markten BES
Artikel 4:23 (minimumvermogen elektronischgeldinstelling)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
22-05-2012, Stb. 2012, 238 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Het minimumbedrag aan eigen vermogen bedraagt voor een elektronischgeldinstelling USD 50.000.
2.
Het minimumbedrag aan eigen vermogen van een elektronischgeldinstelling wordt gevormd door de waarde van de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 4:5, tweede lid. Deze vermogensbestanddelen alsmede de waarden die tegenover die vermogensbestanddelen staan, staan onmiddellijk en zonder beperkingen ter beschikking van de kredietinstelling. Per afzonderlijke post wordt rekening gehouden met het voorzienbare bedrag van de daarover verschuldigde belastingen.