Hof 's-Hertogenbosch, 14-09-2010, nr. HD 103.004.119 T3
ECLI:NL:GHSHE:2010:BQ6048
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
14-09-2010
- Zaaknummer
HD 103.004.119 T3
- LJN
BQ6048
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2010:BQ6048, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 14‑09‑2010
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BX7849
Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BX7849, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 14‑09‑2010
Inhoudsindicatie
Voortzetting van tussenuitspraken van 14 april 2009, LJN BJ5168 en 15 september 2009 LJN BQ6046 Deskundige-onderzoek
Partij(en)
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 103.004.119
arrest van de zevende kamer van 14 september 2010 (bij vervroeging)
in de zaak van
[Appellante sub 1.],
en
[Appellante sub 2.],
beiden wonende te [woonplaats],
appellanten,
hierna: [appellante] c.s.,
advocaat: mr. F.G.F.M. Tripels,
tegen:
PROJECTONTWIKKELING ST. GERLACH B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna St. Gerlach,
advocaat: mr. W.C.M. Coenen,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 14 april 2009 en 15 september 2009 in het hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Maastricht, onder zaaknummer 122664 CV EXPL 02-2688 gewezen vonnis van 14 juni 2006.
9. Het tussenarrest van 15 september 2009
Bij genoemd arrest is een nader deskundigenonderzoek gelast en is iedere verdere beslissing aangehouden.
10. Het verdere verloop van de procedure
Dit verloop zal hierna uiteen worden gezet. Een deskundigenbericht is niet ontvangen. Door partijen zijn geen aktes overgelegd. St. Gerlach heeft de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
11. De verdere beoordeling
11.1.
Het hof volhardt bij hetgeen is overwogen en beslist in de tussenarresten.
11.2.
Het verloop van deskundigenonderzoek
11.2.1.
In het tussenarrest van 14 april 2009 heeft het hof geoordeeld dat een nader deskundigenonderzoek gewenst is en dat wordt overwogen de heer H.J. Schotanus als deskundige te benoemen. Er worden (voorlopige) aan de deskundige te stellen vragen geformuleerd. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich daaromtrent bij akte uit te laten. Bij tussenarrest van 15 september 2009 is de deskundige benoemd.
11.2.2.
Naar aanleiding van het voornemen van het hof om de heer Schotanus te benoemen heeft de griffie met hem contact opgenomen en enkele processtukken toegezonden. Bij brief van 11 augustus 2009 heeft de heer Schotanus gereageerd. Hij gaf onder meer aan in eerste aanleg ook als deskundige te zijn opgetreden. De brief van de heer Schotanus is aan partijen ter kennis gebracht. De advocaat van [appellante] c.s. heeft hierop gereageerd bij brief van 24 augustus 2009; de advocaat van St. Gerlach bij brief van 25 augustus 2009.
11.2.3.
In deze correspondentie heeft het hof geen aanleiding gevonden om af te zien van het nader deskundigenbericht. In het tussenarrest van 15 september 2009 is de heer Schotanus tot deskundige benoemd. In het dictum is onder meer bepaald:
bepaalt dat [appellante] binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zal stellen en dat partijen alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
11.2.4.
Bij brief met bijlagen van 12 januari 2010 wendt de deskundige zich tot het hof. Hij schrijft onder meer:
Mijn eerste handeling nadien bestond onder meer uit het d.d. 13 oktober 2009 aanschrijven van beide raadsheren [hof: bedoeld is raadlieden] (…), met het verzoek (alsnog) relevante stukken aan te leveren en (…)
Van de zijde van Mr. Tripels ontving ik op mijn brief van 13 oktober 2009 geen reactie. Hierop heb ik kantoor Tripels d.d. 18 november 2009 gebeld en de brief dezelfde dag andermaal per fax aan hen verzonden. Ook hierna volgde geen reactie.
Gezien het bovenstaande dien ik te constateren, dat partij [appellante] (huurster) tot op heden dus geen invulling meer heeft gegeven aan een verder vervolg van voorliggende procedure. Vooralsnog handhaaf ik daarom de algemene stelling zoals in mijn brief d.d. 11 augustus verwoord. (…)
Het hof heeft deze brief ter kennis gebracht van partijen.
11.2.5.
Door beide partijen is een reactie gegeven. Mr. Tripels stelt, in zijn bijgevoegde brief aan de deskundige van 1 februari 2010:
Ik ben er voorts van uitgegaan, dat het Gerechtshof U een afschrift van het volledige procesdossier heeft doen toekomen. Mocht zulks niet het geval zijn, wilt U dan concreet aangeven welke processtukken U mist?
11.2.6.
In zijn brief van 6 april 2010 aan het hof schrijft de heer Schotanus onder meer:
Op 9 maart 2010 heeft ondergetekende met gemachtigden en betrokken partijen op lokatie gesproken. Gemachtigden gaven uitleg ten aanzien van de (mogelijke) investeringen van huurster. Laatstgenoemde zou dit nog nader onderbouwen met facturen en andere bescheiden. Aan deze toezegging is Mr. Tripels per E-mail d.d. 22 maart 2010 en per fax d.d. 24 maart 2010 nog herinnerd. Inmiddels is het 6 april 2010 en zijn nog geen stukken-, noch een verzoek om uitstel ontvangen, hetgeen mij noopt de zaak dan ook als afgesloten te beschouwen. Het dossier is wat mij betreft hiermee gesloten.
De brief is ter kennis gebracht van de advocaten. Het deskundigenadvies heeft het hof niet ontvangen.
11.2.7.
In zijn brief van 20 april 2010 aan het hof schrijft mr. Tripels nog niet in de gelegenheid te zijn geweest om ‘die input’ te geven. Hij zegt toe dat alsnog, binnen tien dagen, te zullen doen. Blijkens zijn brief van 22 april 2010 aan de heer Schotanus heeft mr. Tripels de producties bij de conclusie van 19 oktober 2005 aan de deskundige gezonden.
In zijn brief van 21 april 2010 aan het hof verzoekt de advocaat van St. Gerlach het deskundigenonderzoek beëindigd te verklaren en eindarrest te wijzen.
11.2.8.
Bij brief van 27 april 2010 heeft het hof partijen bericht dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 18 mei 2010 voor fourneren. Mr. Tripels heeft hierop gereageerd bij brief met bijlagen van 11 mei 2010, gericht aan de rolraadsheer met afschrift aan de raadsheren die het tussenarrest van 15 september 2009 hebben gewezen. Aan het slot van de brief deelt mr. Tripels mee dat als zijn verzoek - om de deskundige opdracht te geven zijn opdracht af te maken – niet wordt gehonoreerd, hij overweegt om op de rol van 18 mei 2010 pleidooi te zullen vragen.
Op de brief van 11 mei 2010 heeft de griffier van het hof geantwoord dat, na overleg met de rolraadsheer en de zaaksvoorzitter, de zaak op de rol blijft staan voor fourneren.
11.2.9.
De kamer die dit arrest wijst heeft er kennis van genomen dat mr. Tripels en/of zijn cliënten vervolgens de rolraadsheer en mr. van Etten (voorzitter van de behandeld kamer) heeft gewraakt. Deze wrakingsverzoeken zijn op 5 juli 2010 afgewezen. St. Gerlach is van deze beslissing in kennis gesteld. Uit de wrakingsbeslissing valt op te maken dat bij rolbeslissing van 18 mei 2010 een verzoek om pleidooi is afgewezen. Van dit verzoek blijkt overigens niet uit het roljournaal noch uit correspondentie in het griffiedossier.
11.3.
Het hof overweegt als volgt.
11.3.1.
Ingevolge artikel 134 Rv, in hoger beroep van overeenkomstige toepassing, wordt, voordat de rechter over de zaak beslist, aan partijen – maar ook aan één van hen - desverlangd gelegenheid geboden voor pleidooien. Het hof begrijpt, uit de feiten genoemd in rov. 11.2.9, dat [appellante] c.s. pleidooi verlangen.
11.3.2.
Pleidooi kan worden geweigerd indien door de wederpartij klemmende redenen tegen toewijzing worden aangevoerd of toewijzing in strijd zou zijn met de goede procesorde.
11.3.3.
Het hof heeft in de gedingstukken noch een verzoek om pleidooi, noch een reactie van St. Gerlach op het verzoek aangetroffen. Aannemende dat [appellante] c.s. persisteren bij hun verzoek om pleidooi, zal de zaak naar de rol worden verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van St. Gerlach waarin zij zich kan uitlaten over het verzoek. [appellante] c.s. kunnen een antwoordakte nemen.
11.3.4.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
12. De uitspraak
Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 12 oktober 2010 voor het nemen van een akte aan de zijde van St. Gerlach met het in rov. 11.3.3 omschreven doel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Etten, Den Hartog Jager en Kleijngeld en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 september 2010.