NJ 2015/205
Materiële werkingssfeer van Art. 101 VWEU. Bepaling die minimumtarieven voor zelfstandigen vastlegt.
HvJ EU 04-12-2014, ECLI:EU:C:2014:2411, m.nt. M.R. Mok (FNV KIEM/Nederland)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
4 december 2014
- Magistraten
A. Tizzano, A. Borg Barthet, E. Levits, M. Berger, S. Rodin
- Zaaknummer
C-413/13
- Conclusie
A-G N. Wahl
- Noot
M.R. Mok
- Roepnaam
FNV KIEM/Nederland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97426:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:2411, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 04‑12‑2014
ECLI:EU:C:2014:2215, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2014
- Wetingang
Art. 101 lid 1 VWEU
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het gerechtshof te Den Haag, bij arrest van 9 juli 2013.
Materiële werkingssfeer van art. 101 VWEU. Bepaling die minimumtarieven voor zelfstandigen vastlegt.
Samenvatting
Het recht van de Unie moet aldus worden uitgelegd dat de bepaling in een collectieve arbeidsovereenkomst zoals die in het hoofdgeding, die minimumtarieven vastlegt voor zelfstandigen — leden van een van de aangesloten werknemersorganisaties — die voor een werkgever op basis van een overeenkomst van opdracht hetzelfde werk verrichten als werknemers in loondienst van die werkgever, slechts buiten de werkingssfeer van art. 101 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.