Einde inhoudsopgave
Telecommunicatiewet
Artikel 15.7b [Ook onder valse identiteit uitrusting of radioapparaten verkrijgen]
Geldend
Geldend vanaf 19-04-2023
- Bronpublicatie:
02-11-2022, Stb. 2023, 66 (uitgifte: 01-03-2023, kamerstukken: 36093)
- Inwerkingtreding
19-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2023, Stb. 2023, 125 (uitgifte: 18-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De ambtenaren, bedoeld in artikel 15.1, eerste lid, zijn bevoegd om, ter uitvoering van verordening (EU) 2019/1020, onder verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens met betrekking tot hun identiteit en hoedanigheid, uitrusting of radioapparaten te verkrijgen en de hieraan gerelateerde handelingen te verrichten voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is. Artikel 5:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
2.
De ambtenaar die gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, maakt daarvan een schriftelijk verslag op waarin hij vermeldt:
- a.
zijn naam of nummer en hoedanigheid;
- b.
de motivering van de noodzaak tot uitoefening van de bevoegdheid;
- c.
de voorschriften op de naleving waarvan wordt toegezien;
- d.
het adres, waaronder indien van toepassing, het elektronische adres, waar de uitrusting of het radioapparaat is verkregen en, voor zover bekend, de omschrijving van de betrokken marktdeelnemer;
- e.
de onjuiste of onvolledige gegevens die bij de handelingen ten behoeve van het verkrijgen van de uitrusting of het radioapparaat zijn verstrekt;
- f.
de wijze waarop en het tijdvak waarin de handelingen hebben plaatsgevonden;
- g.
hetgeen tijdens het onderzoek van de uitrusting of het radioapparaat is verricht, gebleken en overigens is voorgevallen.