NJ 1939/821
Een door een burgemeester afgegeven „Nederlandsch paspoort" is een reispas in den zin van art. 231 Sr. Een in h. b. gewezen arrest behoeft niet te vermelden, dat aan art. 424 Sv. is voldaan.
HR 06-03-1939, ECLI:NL:HR:1939:17
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 maart 1939
- Magistraten
Mrs. Taverne, de Menthon Bake, Servatius, Donner en van der Meulen
- Zaaknummer
[06031939/NJ_1939-821]
- Conclusie
Mr. Holsteyn
- JCDI
JCDI:ADS106109:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1939:17, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑03‑1939
- Wetingang
Essentie
Een door een burgemeester afgegeven „Nederlandsch paspoort" is een reispas in den zin van art. 231 Sr. Een in h. b. gewezen arrest behoeft niet te vermelden, dat aan art. 424 Sv. is voldaan.
Samenvatting
Het betreffende „Nederlandsch paspoort", door den Burgemeester van Amsterdam afgegeven, is een ambtelijk stuk, uitgegeven met de bestemming om dengene, op wien het betrekking heeft, tot buitenlandsch paspoort te dienen en dat als zoodanig ook door de buitenlandsche overheid wordt aanvaard. Een stuk, dat in het internationaal verkeer vooromschreven functie vervult, is zeker als een reispas in den zin van art. 231 Sr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.