Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 112 Verplichting voor de exploitanten met betrekking tot identificatie van gehouden dieren die tot een rundersoort behoren
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
De exploitanten die tot een rundersoort behorende dieren houden:
- a)
zorgen ervoor dat die gehouden dieren individueel geïdentificeerd zijn door een fysiek identificatiemiddel;
- b)
zorgen ervoor dat voor die gehouden dieren bij verplaatsingen tussen lidstaten, door de bevoegde autoriteit of een daartoe aangewezen autoriteit of een gemachtigde instantie van oorsprong een identificatiedocument is afgegeven, tenzij is voldaan aan de in artikel 110, lid 1, onder b), gestelde voorwaarden);
- c)
zorgen ervoor dat dit identificatiedocument:
- i)
door de betrokken exploitant wordt bewaard, correct wordt ingevuld en wordt bijgewerkt; en
- ii)
die gehouden landdieren bij verplaatsingen vergezelt, wanneer een dergelijk document krachtens punt b) is vereist;
- d)
geven de gegevens over de verplaatsingen van die gehouden dieren van en naar de betrokken inrichting, en alle geboorten en sterftegevallen in die inrichting, door aan het geautomatiseerde gegevensbestand, bedoeld in artikel 109, lid 1.