RN 2023/29
Overdrachtsbelasting. Fictieve onroerende zaak. Telt intern gegenereerde goodwill mee voor de bezitseis in het kader van art. 4 WBR?
HR 27-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:103
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2023
- Magistraten
Mrs. J. Wortel, P.A.G.M. Cools, A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/03444
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS698889:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑01‑2023
ECLI:NL:HR:2023:103, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2023
- Wetingang
Art. 4 WBR
Essentie
Overdrachtsbelasting. Fictieve onroerende zaak.
Telt intern gegenereerde goodwill mee voor de bezitseis in het kader van art. 4 WBR?
Samenvatting
Een concern houdt zich bezig met de verhuur van opslagruimte en miniboxen. Belanghebbende heeft eind 2016 41 procent van de certificaten van aandelen in de houdstermaatschappij van het concern verkregen. Voor het hof was in geschil of de houdstermaatschappij een onroerendezaakrechtspersoon is als bedoeld in artikel 4, lid 1, letter a, WBR. In het bijzonder was in geschil of aan de bezitseis en de doeleis was voldaan. Voor de toepassing van de bezitseis stelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.