NJB 2018/219
Bestanddeel ‘indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is’ art. 161bis Sr: om in rechte het levensgevaar als vaststaand te kunnen aannemen, is vereist dat uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen volgt dat dat levensgevaar inderdaad te duchten was. Dit betekent dat het levensgevaar ten tijde van het verijdelen van de veiligheidsmaatregel naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. Van die vereiste voorzienbaarheid zal in de regel geen sprake zijn indien zich doorgaans geen personen in de nabijheid van het betreffende elektriciteitswerk bevinden. In casu kunnen de bewijsmiddelen het oordeel van het hof dragen dat naar algemene ervaringsregels levensgevaar voor anderen voorzienbaar was
HR 09-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:19
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 januari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/02031
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:19, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1404, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2017
- Wetingang
(art. 161bis Sr)
Essentie
Bestanddeel ‘indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is’ art. 161bis Sr: om in rechte het levensgevaar als vaststaand te kunnen aannemen, is vereist dat uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen volgt dat dat levensgevaar inderdaad te duchten was. Dit betekent dat het levensgevaar ten tijde van het verijdelen van de veiligheidsmaatregel naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. Van die vereiste voorzienbaarheid zal in de regel geen sprake zijn indien zich doorgaans geen personen in de nabijheid van het betreffende elektriciteitswerk bevinden. In casu kunnen de bewijsmiddelen het oordeel van het hof dragen dat naar algemene ervaringsregels ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.