Einde inhoudsopgave
Besluit getuigenbescherming
Artikel 9 [Bescherming op verzoek internationaal gerecht of vreemde staat]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2006
- Bronpublicatie:
21-12-2005, Stb. 2006, 21 (uitgifte: 17-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2006, Stb. 2006, 150 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Op verzoek van een internationaal gerecht tot bescherming van een getuige kan Onze Minister, na advies van de officier van justitie, het onderdeel getuigenbescherming opdracht geven tot het uitvoeren van beschermingsmaatregelen.
2.
Op verzoek van een bevoegde autoriteit van een vreemde staat kan de officier van justitie het onderdeel getuigenbescherming opdragen beschermingsmaatregelen te treffen of voort te zetten ten aanzien van een daartoe door die autoriteit aangewezen persoon.
3.
De opdracht, bedoeld in het eerste en tweede lid, geschiedt schriftelijk en vermeldt haar geldigheidsduur. Uiterlijk een maand voordat de geldigheidsduur zal verstrijken, rapporteert het onderdeel getuigenbescherming aan de officier van justitie omtrent de uitvoering van de beschermingsmaatregelen. Onze Minister beslist over de verlenging, wijziging of beëindiging van de opdracht in de gevallen bedoeld in het eerste lid; de officier van justitie beslist in de gevallen bedoeld in het tweede lid.