Rb. Utrecht, 27-03-2009, nr. 265150 / KG ZA 09-326
ECLI:NL:RBUTR:2009:BH9992
- Instantie
Rechtbank Utrecht
- Datum
27-03-2009
- Zaaknummer
265150 / KG ZA 09-326
- LJN
BH9992
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBUTR:2009:BH9992, Uitspraak, Rechtbank Utrecht, 27‑03‑2009; (Kort geding)
Uitspraak 27‑03‑2009
Inhoudsindicatie
De KNVB heeft een plan van aanpak ontwikkeld om de zwarthandel in toegangskaarten voor voetbalwedstrijden tegen te gaan. Eén van de maatregelen in dat kader is het blokkeren van toegangskaarten die ongeautoriseerd zijn doorverkocht, dat wil zeggen dat aan houders van die kaarten de toegang tot het stadion wordt ontzegd. Voor de wedstrijd tussen Nederland en Schotland op 28 maart 2009 heeft de KNVB ca. 850 toegangskaarten geblokkeerd. Twee ticketshops, die op internet toegangskaarten voor deze wedstrijd hebben doorverkocht, en negen houders vorderen in kort geding dat aan de KNVB wordt verboden de toegangskaarten te blokkeren. De vordering wordt afgewezen.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 265150 / KG ZA 09-326
Vonnis in kort geding van 27 maart 2009
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUDGETTICKET B.V.,
mede handelend onder de naam
ONLINETICKETSHOP,
statutair gevestigd te Groningen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WORLDTICKETSHOP B.V.,
statutair gevestigd te Groningen,
3. [eiser sub 3],
wonende te Groningen,
4. [eiser sub 4],
wonende te Groningen,
5. [eiser sub 5],
wonende te Groningen,
6. [eiser sub 6],
wonende te Donkerbroek,
7. [eiser sub 7],
wonende te Haren,
8. [eiser sub 8],
wonende te Groningen,
9. [eiser sub 9],
wonende te Groningen,
10. [eiser sub 10],
wonende te Groningen,
11. [eiser sub 11],
wonende te Groningen,
eisers,
advocaat mr. P.E. Mazel te Groningen,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
gevestigd en kantoorhoudende te Zeist,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.A. Knijff te Amsterdam.
De eisende partijen worden hierna gezamenlijk aangeduid als eisers en de gedaagde partij als de KNVB.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de conceptdagvaarding naar aanleiding waarvan de KNVB vrijwillig is verschenen,
- -
de aan de voorzieningenrechter en de advocaat van de KNVB gezonden producties van
eisers,
- -
de mondelinge behandeling van 27 maart 2009.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 27 maart 2009 vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking.
2. De feiten
2.1.
Op zaterdag 28 maart 2009 wordt in Amsterdam een voetbalinterlandwedstrijd tussen Nederland en Schotland gespeeld.
2.2.
De KNVB verkoopt toegangskaarten voor de onder 2.1 genoemde wedstrijd, hierna ook te noemen: de wedstrijd, via het officiële verkoopkanaal TicketBox en via OAD. TicketBox verkoopt de toegangskaarten zelf via haar website ticketbox.nl en via alle Primera-winkels in Nederland, welke winkels als verkooppunten van TicketBox zijn aangewezen.
2.3.
De KNVB heeft in 2008 een plan van aanpak ontwikkeld voor het tegengaan van de zwarthandel in toegangskaarten voor bepaalde voetbalwedstrijden. Doel is het bestrijden van de woekerprijzen waartegen de toegangskaarten bij ongeautoriseerde doorverkoop veelal worden verkocht en het bevorderen van de veiligheid in de stadions door het kunnen scheiden van supportersgroepen, welke scheiding door ongeautoriseerde doorverkoop van toegangskaarten wordt bemoeilijkt.
2.4.
In het kader van de onder 2.3 bedoelde aanpak heeft de KNVB een voorlichtingscampagne gevoerd, waarbij onder meer op de website van de KNVB en in advertenties bekendheid is gegeven aan het feit dat doorverkoop van toegangskaarten anders dan in de privésfeer niet is toegestaan en dat bepaalde maatregelen zijn genomen om dat tegen te gaan. Eén van die maatregelen is het blokkeren van toegangskaarten die op ongeautoriseerde wijze zijn doorverkocht, dat wil zeggen dat aan de houders van deze toegangskaarten de toegang tot het stadion wordt ontzegd.
2.5.
De KNVB heeft op haar website een lijst gepubliceerd met de nummers van omstreeks 850 toegangskaarten die voor de wedstrijd Nederland-Schotland zijn geblokkeerd.
2.6.
Eiseres sub1, hierna Budgetticket, en eiseres sub 2, hierna Worldticketshop, hebben toegangskaarten voor de wedstrijd gekocht en hebben deze kaarten via hun websites doorverkocht.
2.7.
Op de achterzijde van de toegangskaarten staat onder meer het volgende vermeld:
“Verkoop en/of afgifte van dit toegangsbewijs geschiedt onder de door de KNVB bij de Arrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerde Standaardvoorwaarden, die bindend zijn voor de koper en/of ontvanger en mogelijke opvolgende houder(s) dezes. (…)
Een ieder die in strijd handelt met deze Standaardvoorwaarden verbeurt, conform artikel 10 lid 3 van de voorwaarden, een voor onmiddellijke opeising vatbare geldboete van € 450,- (…).
(…)
Met uitzondering van het bepaalde in artikel 5 lid 1 van de Standaardvoorwaarden, is het verboden dit toegangsbewijs aan te bieden, (door) te verkopen en/of af te geven.”
2.8.
Artikel 5 van de Standaardvoorwaarden houdt onder meer het volgende in:
“5.1. Het is verboden Toegangsbewijzen aan te bieden, (door) te verkopen of af te geven, tenzij sprake is van een individuele transactie in de privésfeer en dit de veiligheid niet in gevaar brengt.
- 5.2.
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Club is het verboden direct of indirect Toegangsbewijzen voor Voetbalwedstrijden als bedoeld in artikel 1 onder f. te gebruiken voor commerciële doeleinden, (…).
- 5.3.
Handelen in strijd met de bepalingen leidt tot verval van de geldigheid van het Toegangsbewijs, zonder recht op restitutie van de aankoopprijs.
- 5.4.
(…).”
3. Het geschil
3.1.
Eisers vorderen – samengevat – dat aan de KNVB op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt verboden de toegang tot de wedstrijd te weigeren aan personen met een toegangskaart waarvan het nummer voorkomt op de onder 2.5 bedoelde lijst van de KNVB. Ter zitting hebben eisers hun vordering aldus verminderd dat het verbod enkel zal gelden voor de eisers sub 3 tot en met sub 11 en voor personen die hun toegangskaarten bij Budgetticket en Worldticketshop hebben gekocht.
3.2.
De KNVB voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
De KNVB heeft vóór alle stellingen en weren de ontvankelijkheid aan de orde gesteld van de personen die als eisers sub 3 tot en met sub 11 optreden. Naar de KNVB stelt, bestaat er grond voor twijfel of de raadsman van eisers door deze personen gemachtigd is om voor hen op te treden.
4.2.
Overwogen wordt dat er ten aanzien van eiser sub 9 ([eiser sub 9]) en eiseres sub 10 ([eiser sub 10]) geen twijfel kan bestaan, nu zij ook in persoon ter zitting aanwezig zijn. Ten aanzien van de overige personen is uit de verdere stellingen van de KNVB op dit punt gebleken, dat de twijfel met name eiseres sub 3 ([eiser sub 3]) en eiser sub 7 ([eiser sub 7]) betreft.
[eiser sub 3] heeft volgens de KNVB bij navraag medegedeeld dat zij niets wist van een optreden als eiseres in het onderhavige kort geding en ook niet van het feit zij daarbij vertegenwoordigd zou worden door de raadsman van eisers. Desgevraagd heeft de raadsman van eisers verklaard dat hij geen contact had gehad met [eiser sub 3], maar dat hij wist dat hij haar mocht vertegenwoordigen. Op grond van deze verklaring van de raadsman van eisers moet worden aangenomen dat er een geldige machtiging van [eiser sub 3] bestaat, nu er in gerechtelijke procedures van wordt uitgegaan dat een advocaat op zijn woord wordt geloofd.
Ten aanzien van [eiser sub 7] is volgens de KNVB gebleken dat drie toegangskaarten, die op zijn Clubkaart waren gekocht, in Schotland aan drie personen zijn doorverkocht. Dit betreft echter niet de vraag naar een geldige machtiging, maar de vraag naar de geldigheid van de doorverkoop van de toegangskaarten van [eiser sub 7].
4.3.
Alle eisers kunnen derhalve worden ontvangen in hun vordering.
4.4.
Ten aanzien van eisers sub 3 tot en met sub 11 stellen eisers dat deze personen hun toegangskaarten niet uit doorverkoop hebben verkregen, maar dat zij deze kaarten rechtstreeks bij een officieel verkooppunt hebben gekocht. Er bestaat voor de KNVB dan ook geen enkele grond om aan deze personen de toegang tot de wedstrijd te weigeren, aldus eisers.
4.5.
Overwogen wordt dat eisers sub 3 tot en met sub 11 volgens de dagvaarding hun toegangskaarten hebben gekocht “bij een sigarenboer te Groningen”, waarmee is bedoeld een Primera-winkel te Groningen. Aangezien een Primera-winkel een officieel verkooppunt van TicketBox is, zou er dan geen grond bestaan om de kaarten die deze eisers hebben gekocht, te blokkeren. Onvoldoende aannemelijk is echter geworden dat zij die kaarten daadwerkelijk zelf bij de genoemde Primera-winkel of bij een andere Primera-winkel hebben gekocht. Ter zitting is namelijk uit controle van de overgelegde, geblokkeerde toegangskaarten gebleken, dat deze kaarten als onderdeel van een pakket van circa 120 toegangskaarten bij een Primera-winkel in Moordrecht (Zuid-Holland) zijn gekocht. Voorts is ter zitting gebleken dat nog niet bekend was welke van die overgelegde toegangskaarten voor wie van de eisers sub 3 tot en met sub 11 was bestemd. Als verklaring daarvoor heeft Budgetticket gesteld dat deze eisers bij haar werkzaam zijn en dat de kaarten aan hen uitgedeeld zouden worden op een personeelsuitje naar Amsterdam, waarvan het bijwonen van de voetbalwedstrijd Nederland-Schotland een onderdeel zou vormen. Budgetticket heeft deze stelling niet nader onderbouwd.
4.6.
De vordering van eisers sub 3 tot en met sub 11 is derhalve niet of onvoldoende gegrond en is om die reden niet voor toewijzing vatbaar.
4.7.
Aldus moet thans nog de vordering van Budgetticket en Worldticketshop worden beoordeeld. Zij leggen allereerst aan hun vordering ten grondslag dat de onderhavige toegangskaarten rechten aan toonder betreffen, die in beginsel vrij overdraagbaar zijn. De kaarten geven immers recht op toegang tot de wedstrijd en zijn niet op naam gesteld, aldus Budgetticket en Worldticketshop.
4.8.
Overwogen wordt dat de toegangskaarten weliswaar als een recht aan toonder gekwalificeerd zouden kunnen worden, maar dit betekent niet dat Budgetticket en Worldticketshop zich kunnen beroepen op een vrije overdraagbaarheid. Volgens artikel 6:146 lid 1 BW kan een verweermiddel, zoals in dit geval de beperking van de overdraagbaarheid, immers aan de verkrijger en diens rechtsopvolgers worden tegengeworpen, wanneer die beperking voor hem bij de overdracht “uit het papier” kenbaar is. In dit geval is uitdrukkelijk op de achterzijde van de toegangskaarten vermeld – zoals hiervoor onder 2.7 weergegeven – dat overdracht van een toegangskaart is verboden, tenzij dat in de privésfeer gebeurt. De KNVB kan deze beperking van de overdraagbaarheid dan ook jegens Budgetticket en Worldticketshop inroepen.
4.9.
Budgetticket en Worldticketshop stellen voorts dat de Standaardvoorwaarden niet van toepassing zijn. Volgens hen is in dit geval niet voldaan aan de eis dat die voorwaarden vóór of bij het aangaan van de desbetreffende overeenkomst zijn overeengekomen, aangezien immers pas na de koop van de toegangskaart uit de vermelding achter op die kaart blijkt dat er Standaardvoorwaarden gelden, aldus Budgetticket en Worldticketshop.
4.10.
Deze stelling moet worden verworpen. Weliswaar kan een koper van een toegangskaart pas na de koop de bedoelde vermelding op de kaart lezen, doch gelet op de publiciteit die de kwestie in de media heeft getrokken, op de voorlichtingscampagnes die de KNVB heeft gevoerd en op de informatie op de website van de KNVB over de genomen maatregelen, moet het thans van algemene bekendheid worden geacht dat er Standaardvoorwaarden op de toegangskaarten van toepassing zijn. Dit geldt te meer voor organisaties zoals Budgetticket en Worldticketshop, die een zakelijk belang hebben bij het doorverkopen van de toegangskaarten. Budgetticket waarschuwt haar klanten zelfs – zo blijkt uit de overgelegde mededeling op haar website – voor het mogelijke gevolg van de Standaardvoorwaarden, te weten dat de toegang kan worden geweigerd, en voor dat geval garandeert zij terugbetaling van de volledige kosten.
4.11.
Aan de orde komt dan de stelling van Budgetticket en Worldticketshop dat de Standaardvoorwaarden, hoewel geldig, toch buiten toepassing moeten blijven op de grond dat de formulering van de gedeelten van die Standaardvoorwaarden zoals vermeld op de toegangskaarten, niet overeenkomt met de desbetreffende bepalingen vermeld in de Standaardvoorwaarden zelf. Er is dan volgens hen sprake van tegenstrijdige sets van de Standaardvoorwaarden. In dat geval moet gelden dat geen van beide sets van toepassing is, aldus Budgetticket en Worldticketshop.
4.12.
Ook deze stelling moet worden verworpen. In het geval waarnaar Budgetticket en Worldticketshop verwijzen (HR 28 november 1997, RvdW 1997, 239) werd op de facturen van een aannemer tegelijkertijd verwezen naar twee complete sets van algemene voorwaarden, die echter naar hun inhoud verschilden. In dit geval is op de toegangskaarten niet verwezen naar een andere set van voorwaarden, doch zijn enkel de Standaardvoorwaarden genoemd met daarbij excerpten van artikel 10 en artikel 5 van die voorwaarden, zij het ook dat deze excerpten korter en stringenter zijn geformuleerd dan de desbetreffende gedeelten in de voorwaarden zelf, waardoor er enig verschil in de formuleringen is ontstaan. Dit enkele verschil in formulering, dat overigens niet het verbod van commerciële doorverkoop betreft, kan niet meebrengen dat de Standaardvoorwaarden alsnog buiten toepassing zouden moeten blijven.
4.13.
Nu uit het voorgaande volgt dat de Standaardvoorwaarden van toepassing zijn, geldt dat op grond van artikel 5 lid 2 van die voorwaarden het gebruik van de toegangskaarten voor commerciële doeleinden niet is toegestaan. De doorverkoop zoals door Budgetticket en Worldticketshop verricht, kan niet anders dan als commercieel gebruik worden aangemerkt, zodat zij in strijd handelen met genoemd artikel 5 lid 2. Daarop is in artikel 5 lid 3 Standaardvoorwaarden de sanctie gesteld van verval van de geldigheid van de toegangskaarten.
4.14.
Nu hieruit volgt dat de KNVB gerechtigd is de toegang tot de wedstrijd Nederland-Schotland te weigeren aan personen met toegangskaarten waarvan de nummers voorkomen op de onder 2.5 bedoelde lijst op haar website, is de vordering van Budgetticket en Worldticketshop niet toewijsbaar.
4.15.
Aangezien ook de vordering van de overige eisers niet toewijsbaar is – zoals hiervoor onder 4.6 is overwogen – zal de vordering van alle eisers worden afgewezen.
4.16.
Eisers zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van de KNVB worden begroot op:
- -
vast recht EUR 262,--
- -
salaris procureur -- 816,--
Totaal EUR 1.078,--
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van de KNVB tot op heden begroot op EUR 1.078,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Delft-Baas en is in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2009.?
w.g. griffier w.g. rechter