HR, 11-10-2016, nr. 16/00353
ECLI:NL:HR:2016:2306
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11-10-2016
- Zaaknummer
16/00353
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:2306, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2016; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2014:5370, Niet ontvankelijk
- Vindplaatsen
Uitspraak 11‑10‑2016
Inhoudsindicatie
Doodslag op eigenaar camping De Breijenburg te Ledeacker op 17 mei 2012. Veroordeling tot 15 jaren gs wegens doodslag en medeplegen van verboden wapen- en munitiebezit (hof ’s-Hertogenbosch 18 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5370). Middelen m.b.t. redelijke termijn. HR: 80a zonder schriftelijk standpunt AG.
Partij(en)
11 oktober 2016
Strafkamer
nr. S 16/00353
IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 december 2014, nummer 20/001523-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.P.M.A. Laeyendecker, advocaat te Oss, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 oktober 2016.