Rb. Zutphen, 11-05-2007, nr. 06-801017-06
ECLI:NL:RBZUT:2007:BA4990
- Instantie
Rechtbank Zutphen
- Datum
11-05-2007
- Zaaknummer
06-801017-06
- LJN
BA4990
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZUT:2007:BA4990, Uitspraak, Rechtbank Zutphen, 11‑05‑2007; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 11‑05‑2007
Inhoudsindicatie
Afgedwongen seksuele handelingen voor de webcam leidt tot werkstraf en voorwaardelijk gevangenisstraf. [ Promis - uitspraak ]
Partij(en)
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/801017-06
Uitspraak d.d.: 11 mei 2007
verstek/ dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1975,
wonende te [adres en woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 april 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
- 1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus
2005 tot en met 13 september 2005 te Aalten, althans in Nederland, en/of te
Zeebrugge (België), (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer]
- ([slachtoffer])
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer
ontuchtige handeling(en), bestaande uit het door die [slachtoffer] (voor een webcam)
laten betasten van haar (blote) borst(en) en/of vagina en/of
laten penetreren van haar vagina en/of anus met haar vinger(s) en/of met een
fles en/of laten masturberen,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) uit
het dreigen met het verspreiden van (een) (seksueel getinte) foto('s) van die
[slachtoffer] op het internet en/of in de (woon)omgeving van die [slachtoffer] en/of
toezending van die foto('s) aan de moeder en/of aan familie van die [slachtoffer],
indien die [slachtoffer] bovenstaande ontuchtige handeling(en) niet zou uitvoeren,
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
art 246 Wetboek van Strafrecht
- 2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 augustus
2005 tot en met 13 september 2005 te Aalten, althans in Nederland, en/of te
Zeebrugge (België), [slachtoffer] ([slachtoffer]),
(telkens) door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met
geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer],
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden,
immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk die [slachtoffer] gedwongen om (voor een
- webcam)
het woord "slet" boven haar (blote) borst(en) te schrijven en/of zich
- (meermalen)
(met kracht) in haar eigen gezicht te slaan en/of te stompen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) uit
het dreigen met het verspreiden van (een) (seksueel getinte) foto('s) van die
[slachtoffer] op het internet en/of in de (woon)omgeving van die [slachtoffer] en/of
toezending van die foto('s) aan de moeder en/of aan familie van die [slachtoffer],
indien die [slachtoffer] bovenstaande handeling(en) niet zou uitvoeren
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen inzake het bewijs
1. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de aan verdachte tenlastegelegde feiten, te weten - kort gezegd - het onder bedreiging van publicatie van intieme foto's van de in de dagvaarding genoemde jonge vrouw ([slachtoffer]) dwingen tot door die vrouw bij zichzelf verrichten van ontuchtige handelingen en handtastelijkheden.
- 2.
In het dossier is ten aanzien van deze feiten voorhanden de verklaring van verdachte (voetnoot 1), waarin hij verklaart via de chat met [slachtoffer] uit België in contact te zijn gekomen. Verdachte heeft zich daarbij voorgedaan als hobbyfotograaf die een vergoeding wilde betalen voor het maken van foto's. Verdachte verklaart dat zijn berichtjes via de MSN naar verloop van tijd seksueler getint werden en dat hij het gebeuren via de webcam van [slachtoffer] zag als een seksueel spelletje.
- 3.
Aangeefster [slachtoffer] (voetnoot 2) verklaart dat verdachte op 31 augustus 2005 zonder haar instemming een aantal foto's in pikante poses van haar heeft genomen. Verdachte heeft haar onder de dreiging van het publiek maken van die foto's gedwongen tot het uitvoeren van door verdachte gegeven (steeds bedreigender, gebiedender en agressiever wordende) opdrachten, zoals aangegeven in de hierna opgenomen bewezenverklaring.
- 4.
Tevens is in het dossier voorhanden een letterlijke weergave van een door [slachtoffer]
gemaakte diskette van de chat-berichten tussen haar en verdachte (voetnoot 3).
Hieruit blijkt dat verdachte aangeefster op steeds gebiedender wijze en door haar uit te schelden alsmede onder dreiging van het publiek maken van genomen foto's, heeft aangezet tot het verrichten van seksuele handelingen bij zichzelf en voor de webcam.
- 5.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de hiervoor aangeduide bewijsmiddelen de feiten onder 1 en 2 bewezen kunnen worden verklaard.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
- 1.
hij op tijdstippen in de periode van 25 augustus 2005 tot en met 13 september 2005 te Aalten en te Zeebrugge (België), telkens door bedreiging met andere feitelijkheden [slachtoffer]
- ([slachtoffer])
heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het door die [slachtoffer] voor een webcam
- -
laten betasten van haar (blote) borsten en vagina en
- -
laten penetreren van haar vagina en anus met haar vinger(s) en/of met een fles en laten masturberen,
en bestaande die bedreiging met andere feitelijkheden uit het dreigen met het verspreiden van seksueel getinte foto's van die [slachtoffer] op het Internet en/of in de (woon)omgeving van die [slachtoffer] en/of toezending van die foto's aan de moeder en/of aan familie van die [slachtoffer],
indien die [slachtoffer] bovenstaande ontuchtige handeling(en) niet zou uitvoeren,
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
- 2.
hij op tijdstippen in de periode van 25 augustus 2005 tot en met 13 september 2005 te Aalten en te Zeebrugge (België), [slachtoffer] ([slachtoffer]) telkens door bedreiging met enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen,
immers heeft verdachte opzettelijk die [slachtoffer] gedwongen om voor een webcam het woord "slet" boven haar blote borsten te schrijven en zich meermalen met kracht in haar eigen gezicht te slaan
en bestaande die bedreiging met die andere feitelijkheden uit het dreigen met het verspreiden van seksueel getinte foto's van die [slachtoffer] op het internet en/of in de (woon)omgeving van die [slachtoffer] en/of toezending van die foto's aan de moeder en/of aan familie van die [slachtoffer],
indien die [slachtoffer] bovenstaande handelingen niet zou uitvoeren
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
feit 1:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 2:
een ander door bedreiging met enige andere feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
- 1.
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaren.
- 2.
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
- 3.
Verdachte heeft voorgewend dat hij via de webcam seksueel getinte foto's had gemaakt van het slachtoffer, een doofstomme 19-jarige studente uit België, die hij via een chatprogramma heeft ontmoet. Verdachte heeft haar vervolgens onder de dreiging die foto's onder andere via internet en in de omgeving van het slachtoffer publiek (Internet / moeder / Zeebrugge) te maken, gechanteerd en gedwongen bepaalde seksuele handelingen en andersoortige handelingen bij zichzelf te verrichten ten overstaan van haar webcam. De indringende en grove wijze waarop verdachte zijn opdrachten kracht heeft bijgezet, zoals deze blijkt uit de letterlijke weergave van de gevoerde chatgesprekken, spreekt boekdelen.
Verdachte, zich aanvankelijk voordoende als een hobbyfotograaf, ontpopt zich als iemand die chantage pleegt gericht op seksueel misbruik en eigen lustbeleving.
- 4.
Verdachte heeft met zijn handelwijze grove inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Deze gedragingen kunnen, naar de ervaring leert, voor het slachtoffer ernstige psychische gevolgen hebben. Voor het slachtoffer zijn de gevolgen zeer ingrijpend geweest, temeer omdat zij door haar gehooraantasting in een afhankelijke positie verkeerde en het medium van Internet juist voor haar een belangrijke manier van communiceren vormt. Door de handelwijze van verdachte voelde/voelt zij zich "geestelijk verkracht"en zij heeft zich lange tijd bang en onzeker gevoeld.
- 5.
De rechtbank heeft gelet op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
- 6.
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Verdachte is dus een zogenaamde first offender.
- 7.
Door de reclassering is een voorlichtingsrapport over verdachte uitgebracht. Door de rapporteur wordt geadviseerd een deels voorwaardelijke straf op te leggen en het onvoorwaardelijk deel om te zetten in een werkstraf. Naar de indruk van de rapporteur lijkt verdachte het gebeuren wat te bagatelliseren en lijkt hij vooral beducht voor de gevolgen die de strafzaak voor hem heeft. Die indruk komt ook overeen met de indruk die de rechtbank uit het dossier heeft opgedaan, met name gezien de verklaring die verdachte bij de politie heeft afgelegd.
- 8.
Als strafverzachtende omstandigheid weegt de rechtbank dat de onderhavige feiten al geruime tijd geleden hebben plaatsgevonden en binnen een kort tijdsbestek hebben plaatsgevonden.
De rechtbank overweegt dat sprake is van eendaadse samenloop.
- 9.
In het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding een andersoortige straf op te leggen dan door de officier van justitie gevorderd. Zij acht een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank geïndiceerd, teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks immateriële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is als zodanig niet weersproken en verdachte heeft zich tegenover de reclassering bereid verklaard tot schadevergoeding.
Gelet op verstrekkende gevolgen die deze feiten voor het slachtoffer hebben gehad, kan deze schade naar billijkheid worden begroot op het gevorderde bedrag. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van opgemeld bedrag ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdenveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van vier maanden.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer, adres en woonplaats] (rekeningnummer IBAN BE[nummer]), van een bedrag van € 1.000,--, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum van het bewezen verklaarde feit.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd, een bedrag te betalen van € 1.000,--, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 20 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Hemrica, voorzitter, Hödl en Knoop, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 mei 2007.
Voetnoot:
- 1.
zie pagina 8/9 (verklaring verdachte), betreffende een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nr. PL0644/06-296055, gesloten en ondertekend op 28 juni 2006 door Hogenelst, brigadier van politie Team Aalten-Dinxperlo.
- 2.
zie pag. 1 en 2 van een als bijlage bij een schriftelijk bescheid (rechtshulpverzoek) aangeduid als 'aangifte tot het uitlokken van een strafvervolging' van de Belgische autoriteiten gevoegd schriftelijk bescheid (verhoorblad) met het kenmerk BG.53.L2.005423/2005, inhoudende een op 4 september 2005 tegenover P. Lambrecht, hoofdinspecteur van Politiezone Blankenberge-Zuienkerke, afgelegde verklaring van [[slachtoffer].
- 3.
Zie pag. 108 t/m 159 van bijlage 2 bij voornoemd rechtshulpverzoek, meer in het bijzonder de pagina's 116 t/m 144.