Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020
5.3.2.3 Aanwijzing van niet vooraf vastliggende steungebieden onder c)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
167
De Commissie is van mening dat de criteria die lidstaten gebruiken om steungebieden onder c) aan te wijzen, de diversiteit van de situaties tot uiting dienen te brengen waarin de toekenning van regionale steun gerechtvaardigd kan zijn. De criteria dienen derhalve een antwoord te bieden op bepaalde sociaaleconomische, geografische of structurele problemen die zich in steungebieden onder c) kunnen voordoen, en dienen voldoende garanties te bieden dat de toekenning van regionale steun de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, niet zodanig zal veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.
168
Daarom kan een lidstaat, op basis van de volgende criteria, de niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) aanwijzen als steungebied onder c):
- a)
criterium 1: aangrenzende gebieden van ten minste 100 000 inwoners (1) in NUTS 2- of NUTS 3-regio's met:
- —
een bbp per hoofd van de bevolking van ten hoogste het EU-27-gemiddelde, of
- —
een werkloosheidscijfer van ten minste 115 % van het landelijke gemiddelde (2);
- b)
criterium 2: NUTS 3-regio's met minder dan 100 000 inwoners, met:
- —
een bbp per hoofd van de bevolking van ten hoogste het EU-27-gemiddelde, of
- —
een werkloosheidscijfer van ten minste 115 % van het landelijke gemiddelde;
- c)
criterium 3: eilanden of door een vergelijkbare geografische afgelegen ligging gekenmerkte aangrenzende gebieden (bv. schiereilanden of bergachtige gebieden) met:
- —
een bbp per hoofd van de bevolking van ten hoogste het EU-27-gemiddelde (3), of
- —
een werkloosheidscijfer van ten minste 115 % van het landelijke gemiddelde (4), of
- —
minder dan 5 000 inwoners;
- d)
criterium 4: NUTS 3-regio's (of delen daarvan) die aangrenzende gebieden vormen, die grenzen aan een steungebied onder a) of die een landsgrens delen met een land buiten de EER of de Europese Vrijhandels Associatie (EVA);
- e)
criterium 5: aangrenzende gebieden van ten minste 50 000 inwoners (5) die een belangrijke structurele verandering ondergaan, of die zich in zware, relatieve achteruitgang bevinden, mits die gebieden niet zijn gelegen in NUTS 3-regio's of aangrenzende gebieden die voldoen aan de voorwaarden om te worden aangewezen als vooraf vastliggende gebieden, of op grond van de criteria 1 tot en met 4 (6).
169
Voor de toepassing van de in punt 168 genoemde criteria moet het bij het begrip ‘aangrenzende gebieden’ gaan om volledige lokale bestuurlijke eenheid 2 (LAU 2)-gebieden (7) of een groep van volledige LAU 2-gebieden (8). Een groep van LAU 2-gebieden zal als een aangrenzend gebied worden beschouwd indien elk van de gebieden binnen die groep een administratieve grens deelt met een ander gebied uit die groep (9).
170
Of het voor elke lidstaat toegestane bevolkingsaandeel in acht wordt genomen, zal worden bepaald op grond van de meest recente gegevens over het totale aantal ingezetenen van de betrokken gebieden, zoals dat wordt bekendgemaakt door het nationale bureau voor de statistiek.
Voetnoten
Deze bevolkingsdrempel zal worden verlaagd tot 50 000 inwoners voor lidstaten die een niet vooraf vastliggend bevolkingsaandeel onder c) hebben van minder dan 1 miljoen inwoners of tot 10 000 inwoners voor lidstaten met een totale bevolking van minder dan 1 miljoen inwoners.
Voor werkloosheidscijfers dienen de berekeningen te zijn gebaseerd op regionale gegevens die door het nationale bureau voor de statistiek worden bekendgemaakt, waarbij wordt gebruikgemaakt van het gemiddelde over de laatste drie jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn (op het tijdstip van de aanmelding van de regionale-steunkaart). Tenzij in deze richtsnoeren anders is aangegeven, wordt het werkloosheidspercentage ten opzichte van het landelijke gemiddelde op deze basis berekend.
Om te bepalen of dit soort eilanden of aangrenzende gebieden een bbp per hoofd van de bevolking hebben dat onder het EU-27-gemiddelde ligt, kan de lidstaat gebruikmaken van gegevens verschaft door zijn nationale bureau voor de statistiek of door andere erkende bronnen.
Om te bepalen of dit soort eilanden of aangrenzende gebieden een werkloosheidscijfer van ten minste 115 % van het landelijke gemiddelde hebben, kan de lidstaat gebruikmaken van gegevens verschaft door zijn nationale bureau voor de statistiek of door andere erkende bronnen.
Deze bevolkingsdrempel zal worden verlaagd tot 25 000 inwoners voor lidstaten die een niet vooraf vastliggend bevolkingsaandeel onder c) hebben van minder dan 1 miljoen inwoners of tot 10 000 inwoners voor lidstaten met een totale bevolking van minder dan 1 miljoen inwoners of tot 5 000 inwoners voor eilanden of door een vergelijkbare geografische afgelegen ligging gekenmerkte aangrenzende gebieden.
Voor de toepassing van criterium 5 moet de lidstaat aantonen dat de toepasselijke voorwaarden zijn vervuld door de betrokken gebieden — aan de hand van sociaaleconomische indicatoren betreffende structurele bedrijfsstatistieken, arbeidsmarkten, rekeningen van huishoudens, onderwijs of andere vergelijkbare indicatoren — te vergelijken met de toestand van andere gebieden in dezelfde lidstaat of in andere lidstaten. Daartoe kan de lidstaat gebruikmaken van gegevens die zijn verschaft door zijn nationale bureau voor de statistiek of door andere erkende bronnen.
De lidstaat kan van LAU 1-gebieden in plaats van LAU 2-gebieden gebruikmaken indien die LAU 1-gebieden een bevolkingsaantal hebben dat kleiner is dan dat van het LAU 2-gebied waarvan zij deel uitmaken.
De lidstaat kan niettemin delen van een LAU 2-gebied (of LAU 1-gebied) aanwijzen, mits het bevolkingsaantal van het betrokken LAU-gebied het volgens de criteria 1 of 5 voor aangrenzende gebieden vereiste minimumbevolkingsaantal overschrijdt (daaronder begrepen de voor die criteria verlaagde bevolkingsdrempels) en mits het bevolkingsaantal van de delen van dat LAU-gebied ten minste 50 % bedraagt van het minimumbevolkingsaantal dat volgens het toepasselijke criterium vereist is.
In het geval van eilanden omvatten administratieve grenzen ook de zeegrenzen met andere administratieve eenheden van de betrokken lidstaat.