Rb. Amsterdam, 16-09-2020, nr. RK 20-5477
ECLI:NL:RBAMS:2020:4604
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
16-09-2020
- Zaaknummer
RK 20-5477
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2020:4604, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 16‑09‑2020; (Beschikking)
Uitspraak 16‑09‑2020
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Strafrecht
Locatie: Amsterdam
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Zaaknummer / rekestnummer: 689133 / 20-5477
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [plaats 1] ,
gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (hierna: PPC) van
het Justitieel Complex [locatie] te [plaats 2] ,
bijgestaan door zijn waarnemend raadsvrouw mr. Y.J. Doornik, raadsvrouw te Den Haag,
hierna te noemen: betrokkene.
1. Procesverloop
1.1.
Naar aanleiding van een aanvraag voor een zorgmachtiging heeft de officier van justitie besloten een verzoekschrift voor een zorgmachtiging voor te bereiden voor bovengenoemde betrokkene. Dit verzoekschrift is op 27 augustus 2020 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- -
de medische verklaring van 7 augustus 2020;
- -
de zorgkaart van betrokkene;
- -
het zorgplan van 24 augustus 2020;
- -
de bevindingen van de geneesheer-directeur van 25 augustus 2020;
- -
de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 september 2020 in het gebouw van de rechtbank Amsterdam.
1.3.
Op de zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- -
de raadsvrouw van betrokkene, mr. Y.J. Doornik;
- -
de officier van justitie, mr. K . Hara.
De rechtbank heeft betrokkene op zijn verblijfplaats, het Justitieel Complex [locatie] , gehoord via telehoren.
De rechtbank heeft ter zitting telefonisch ook de behandelaar van betrokkene
A.R. van Benthem, die het zorgplan van betrokkene heeft opgesteld, gehoord.
2. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om geen zorgmachtiging te verlenen, omdat een forensisch kader, de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met voorwaarden, nu geboden is. Betrokkene is al bekend met de hulpverlening in civiele setting en voor de stoornissen van betrokkene is een behandeling in het civiele kader onvoldoende, ook al is zijn intentie nu om geholpen te worden en medicatie in te nemen. Behandeling in een civiel kader biedt, gelet op de misdrijven die verdachte worden verweten en het beveiligingsniveau, niet genoeg bescherming. In het kader van de zorgmachtiging kan betrokkene opgenomen worden op een Forensisch Psychiatrische Afdeling (hierna: FPA). Dit is echter niet gebruikelijk, omdat het gaat om beveiligde bedden die bestemd zijn voor forensische patiënten. Het is dan ook onwenselijk dat reguliere patiënten daar gebruik van maken en daarnaast levert een opname in een FPA financieringsproblemen op. De officier van justitie heeft, gelet op het voorgaande, gevorderd dat in de strafzaak met parketnummer 13/058222-20, welke strafzaak tegelijkertijd met de onderhavige civiele zaak is aangebracht, maar niet gelijktijdig is behandeld, aan betrokkene een tbs-maatregel met voorwaarden zal worden opgelegd.
3. Standpunt van betrokkene
Betrokkene heeft op de zitting verklaard dat hij een tbs-maatregel niet passend. Hij ervaart depressieve gevoelens bij de gedachte aan een tbs-maatregel. Hij vindt dat een tbs-maatregel voor zwaardere misdrijven is bedoeld. Als betrokkene niet meer gedetineerd zit, wil hij behandeld worden en zijn leven beteren. Hij heeft verklaard dat hij dan hulp moet accepteren vanwege bijvoorbeeld zijn psychische klachten en middelengebruik. Hij heeft op dit moment geen agressieaanvallen en psychoses. Hij neemt op dit moment medicatie in, is goed ingesteld en gestabiliseerd. Betrokkene zou zich netjes gedragen tijdens een zorgmachtiging en is bereid om zich aan de regels van een kliniek te houden.
De raadsvrouw van betrokkene heeft aangevoerd dat het verzoek moet worden toegewezen. Immers, er is sprake van stoornissen die leiden tot ernstig nadeel en in het kader van een zorgmachtiging kan betrokkene effectieve, doelmatige hulp ontvangen voor deze stoornissen. Betrokkene wordt nu in detentie behandeld en is gestabiliseerd. Hij begrijpt nu dat hij medicatie moet innemen om iets van zijn leven te maken. Hij wil vooruit. Er valt, gelet op het voorgaande, niet goed in te zien hoe een behandeling van betrokkene in een civiel kader mis zou kunnen lopen. Over het punt omtrent het beveiligingsniveau van een kliniek heeft de raadsvrouw van betrokkene opgemerkt dat betrokkene ten tijde van het incident dat hem wordt verweten in de strafzaak met parketnummer 13/058222-20 psychotisch was en dat er sprake was van middelengebruik. Als betrokkene echter zijn medicatie inneemt en stabiel is, is er geen hoger beveiligingsniveau noodzakelijk.
Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg heeft de raadsvrouw het volgende naar voren gebracht. Over het ‘toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening’ heeft de raadsvrouw opgemerkt dat zij zich afvraagt of het toedienen van vocht en voeding noodzakelijk is. Verder heeft zij verklaard dat zij niet begrijpt waarop het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, op slaat. Over het ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen’ heeft zij verklaard dat deze vorm van zorg betrekking heeft op de thuissituatie en zij niet weet hoe zij zich dit moet voorstellen. Zodra iemand niet meer in een kliniek verblijft, is daar geen controle meer op. Volgens de raadsvrouw is deze vorm van zorg niet echt effectief of doelmatig. Verder zijn de vormen van zorg: ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ en ‘het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ niet in het zorgplan opgenomen, wat betekent dat deze vormen van zorg niet moeten worden opgenomen in de zorgmachtiging. Tot slot heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat ‘het opnemen in een accommodatie’ niet strookt met het idee dat betrokkene wordt opgenomen in een kliniek, want het ziet enkel op de situatie dat iemand psychotisch gedecompenseerd is en het is maar de vraag of betrokkene op dit moment psychotisch gedecompenseerd is.
4. Toelichting behandelaar Van Benthem
De behandelaar van betrokkene heeft verklaard dat er gronden zijn voor een zorgmachtiging. Er is sprake van een psychische stoornis en kwetsbaarheid voor het krijgen van psychoses bij betrokkene. Dit wordt bemoeilijkt door het drugsgebruik van betrokkene. Ook heeft betrokkene een licht verstandelijke beperking die zijn draagkracht minder groot maakt. Door de stoornis van betrokkene ontstaat ernstig nadeel, zo is er sprake van veelvuldig agressief gedrag.
Over de uitvoering van de zorgmachtiging heeft de behandelaar opgemerkt dat een halfjaar geleden een rechterlijke machtiging is verleend aan betrokkene toen hij net uit detentie kwam. Het idee was dat er afspraken gemaakt zouden worden en dat betrokkene zou worden opgenomen. Dit is snel misgelopen. Als betrokkene nu weer wordt opgenomen in een meer beveiligde setting is de drempel voor middelengebruik hopelijk iets lager. Van Benthem heeft tot slot verklaard dat alle vormen van zorg die in het verzoekschrift zijn opgenomen, noodzakelijk zijn.
5. Beoordeling
5.1.
Uit de stukken en wat op de zitting is besproken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
5.2.
Deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar voor een ander, ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiele schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene kan vanuit de schizofrenie en zwakbegaafdheid voortkomende ontoereikende coping, in combinatie met zijn wantrouwen en achterdocht, emotie gestuurd en impulsief reageren. Dit wordt versterkt als er sprake is van middelengebruik. De psychotische ontregeling speelt een cruciale rol bij de totstandkoming van gewelddadig gedrag en dient voorkomen te worden.
5.3.
Betrokkene heeft verplichte zorg nodig om een crisissituatie en ernstig nadeel af te wenden en zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren.
5.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg | Duur |
toedienen van vocht | 6 maanden |
toedienen van voeding | 6 maanden |
toedienen van medicatie | 6 maanden |
het verrichten van medische controles | 6 maanden |
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening | 6 maanden |
insluiten | 6 maanden |
uitoefenen van toezicht op betrokkene | 6 maanden |
onderzoek aan kleding of lichaam | 6 maanden |
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen | 6 maanden |
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen | 6 maanden |
opnemen in een accommodatie | 6 maanden |
5.5.
De rechtbank overweegt dat de verplichte zorg in de vorm van het ‘toedienen van vocht en voeding en het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’ noodzakelijk is. De rechtbank betrekt hierbij dat betrokkene een geschiedenis van psychotische episodes en decompensaties kent, die de mogelijkheid van inzet van dergelijke verplichte zorg rechtvaardigt.
De rechtbank overweegt dat ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen’ noodzakelijk is, zodat in de verblijfsruimte van betrokkene in de kliniek ook onderzoek gedaan kan worden naar de aanwezigheid van drugs of alcohol. Dit is noodzakelijk omdat gebleken is dat betrokkene lijdt aan middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
Verder overweegt de rechtbank dat de ‘opname in een accommodatie’ in de zorgmachtiging moet worden opgenomen, omdat deze vorm van zorg noodzakelijk is om betrokkene op te kunnen laten nemen in een kliniek.
Tot slot overweegt de rechtbank dat het ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ en het ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ niet in het zorgplan zijn opgenomen en ook niet noodzakelijk zijn gebleken.
5.6.
De rechtbank is ervan overtuigd dat een behandeling in civiel kader met een zorgmachtiging noodzakelijk is om betrokkene te behandelen en de maatschappij te beveiligen. De rechtbank vindt het belangrijk dat het risico dat betrokkene opnieuw in een psychose raakt, en daarmee het risico dat hij opnieuw geweldsdelicten begaat, wordt geminimaliseerd. Een zorgmachtiging is noodzakelijk om het medicatiegebruik van betrokkene te monitoren en waarborgen en bij een eventuele terugval snel in te kunnen grijpen. Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. De rechtbank overweegt hierbij dat het besproken geboden beveiligingsniveau, plaatsing op een FPA, binnen het kader van de zorgmachtiging kan worden geboden. Op basis van het wettelijk regime dient de financiering hieromtrent gewaarborgd dient te zijn.
5.7.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend.
5.8.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.
6. Beslissing
De rechtbank:
Wijst toe het verzoek van de officier van justitie en verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [plaats 1] ,
gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (hierna: PPC) van
het Justitieel Complex [locatie] te [plaats 2] ,
bijgestaan door zijn waarnemend raadsvrouw mr. Y.J. Doornik, raadsvrouw te Den Haag,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg | Duur |
toedienen van vocht | 6 maanden |
toedienen van voeding | 6 maanden |
toedienen van medicatie | 6 maanden |
het verrichten van medische controles | 6 maanden |
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening | 6 maanden |
beperken van de bewegingsvrijheid | 6 maanden |
insluiten | 6 maanden |
uitoefenen van toezicht op betrokkene | 6 maanden |
onderzoek aan kleding of lichaam | 6 maanden |
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen | 6 maanden |
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen | 6 maanden |
opnemen in een accommodatie | 6 maanden |
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze machtiging is op 16 september 2020 gegeven door
mr. S. Djebali rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor partijen beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.