Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/2366 betalingsdiensten in de interne markt
Artikel 64 Instemming en het intrekken van instemming
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2016
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2366)
- Inwerkingtreding
12-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2366)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat een betalingstransactie pas als toegestaan wordt aangemerkt indien de betaler heeft ingestemd met de uitvoering van de betalingsopdracht. Een betalingstransactie kan voorafgaand aan de uitvoering of, indien overeengekomen door de betaler en de betalingsdienstaanbieder, na de uitvoering door de betaler worden toegestaan.
2.
De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties wordt verleend in de tussen de betaler en de betalingsdienstaanbieder overeengekomen vorm. De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie kan ook worden verleend via de begunstigde of de betalingsinitiatiedienstaanbieder.
Zonder instemming wordt een betalingstransactie als niet-toegestaan aangemerkt.
3.
De instemming kan te allen tijde, doch uiterlijk op het tijdstip van het onherroepelijk worden overeenkomstig artikel 80, door de betaler worden ingetrokken. Ook de instemming met de uitvoering van een reeks betalingstransacties kan worden ingetrokken, in welk geval iedere toekomstige betalingstransactie als niet-toegestaan wordt aangemerkt.
4.
De procedure voor het verlenen van de instemming wordt overeengekomen tussen de betaler en de relevante betalingsdienstaanbieder(s).