Einde inhoudsopgave
Staatsregeling van Curaçao
Artikel 49
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 86 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 86 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
De leden van de Staten leggen voor de aanvaarding van hun ambt ten overstaan van de Gouverneur de volgende eed dan wel verklaring en belofte van zuivering af en zweren trouw aan het Statuut en aan de Staatsregeling:
‘Ik zweer (verklaar) dat ik, middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, in verband met mijn verkiezing als lid van de Staten, aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd noch zal geven.
Ik zweer (beloof) dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, middellijk of onmiddellijk.
Ik zweer trouw aan de Koning en aan het Statuut voor het Koninkrijk, dat ik de Staatsregeling van Curaçao steeds zal helpen onderhouden en het welzijn van Curaçao naar mijn vermogen zal voorstaan.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig’ (‘Dat verklaar en beloof ik’).