FED 2012/13
Prejudiciële vragen correctie privégebruik auto eenmanszaak
HR 29-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BH6453, m.nt. G.J. van Norden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 oktober 2010
- Magistraten
Van Vliet, Lourens, Bavinck, Punt, en Van Loon
- Zaaknummer
08/01579
- Conclusie
A-G Van Hilten
- Noot
G.J. van Norden
- LJN
BH6453
- JCDI
JCDI:ADS173754:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BH6453, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BH6453, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑2009
- Wetingang
Art. 15 lid 6 Wet OB 1968, art. 15 Uitv.besch. OB 1968 en art. 17 lid 6 Zesde richtlijn
Essentie
Prejudiciële vragen correctie privégebruik auto eenmanszaak
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert in de vorm van een eenmanszaak een belastingadvieskantoor. In 2006 behoorden twee auto’s tot zijn ondernemingsvermogen. Hij heeft de auto’s zowel voor ondernemings- als voor privédoeleinden gebruikt. Vanwege dat privégebruik heeft belanghebbende op grond van art. 15 Uitv.besch. OB 1968 in zijn aangifte een correctie privégebruik auto gemaakt. De vraag is of de draagwijdte van art. 15 Uitv.besch. OB 1968 is uitgebreid na inwerkingtreding van de Zesde richtlijn op 1 januari 1979, zodat de regeling van art. 15 Uitv.besch. OB 1968 in strijd is met de standstill-bepaling van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.