Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsreglement Europees Octrooiverdrag 2000
Regel 163 Onderzoek van bepaalde vormvereisten door het Europees Octrooibureau
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2008, Trb. 2013, 127 (uitgifte: 06-08-2013, regelingnummer: CA/D4/08)
- Inwerkingtreding
01-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2008, Trb. 2013, 127 (uitgifte: 06-08-2013, regelingnummer: CA/D4/08)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de aanwijzing van de uitvinder ingevolge regel 19, eerste lid, niet binnen de termijn ingevolge regel 159, eerste lid, is geschied, verzoekt het Europees Octrooibureau de aanvrager de aanwijzing binnen twee maanden te verrichten.
2.
Indien een beroep op de voorrang van een eerdere aanvrage wordt gedaan en het dossiernummer van de eerdere aanvrage of een afschrift daarvan zoals voorzien in regel 52, eerste lid, en regel 53 binnen de termijn bedoeld in regel 159, eerste lid, niet is ingediend, verzoekt het Europees Octrooibureau de aanvrager dat nummer of afschrift binnen twee maanden te verstrekken. Regel 53, tweede lid, is van toepassing.
3.
Indien na het verstrijken van de termijn ingevolge regel 159, eerste lid, geen sequentie-opsomming die voldoet aan de normen voorzien in de Administratieve Instructies bij het PCT beschikbaar is voor het Europees Octrooibureau, wordt de aanvrager verzocht binnen twee maanden een sequentie-opsomming in te dienen die voldoet aan de regels vastgesteld door de President van het Europees Octrooibureau. Regel 30, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Indien na het verstrijken van de termijn ingevolge regel 159, eerste lid, het adres, de nationaliteit of de Staat waarin een aanvrager woont of zijn zetel heeft, ontbreekt, verzoekt het Europees Octrooibureau de aanvrager deze gegevens binnen twee maanden te verstrekken.
5.
Indien na het verstrijken van de termijn ingevolge regel 159, eerste lid, niet is voldaan aan de vereisten van artikel 133, tweede lid, verzoekt het Europees Octrooibureau de aanvrager binnen twee maanden een erkende gemachtigde te benoemen.
6.
Indien de in het eerste, vierde of vijfde lid geconstateerde gebreken niet tijdig zijn opgeheven, wordt de Europese octrooiaanvrage afgewezen. Indien het ingevolge het tweede lid geconstateerde gebrek niet tijdig wordt opgeheven, gaat het recht van voorrang voor de aanvrage verloren.