NJ 2013/329
Conservatoir beslag; blokkerende werking. Overgang conservatoir beslag in executoriaal beslag; vereisten van verkrijging executoriale titel en instellen eis in de hoofdzaak binnen bepaalde termijn; executoriale titel in kort geding. Obiter dictum.
HR 03-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM6082, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 september 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00408
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- LJN
BM6082
- JCDI
JCDI:ADS127243:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BM6082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BM6082, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑01‑2009
- Wetingang
Essentie
Conservatoir beslag; blokkerende werking. Overgang conservatoir beslag in executoriaal beslag; vereisten van verkrijging executoriale titel en instellen eis in de hoofdzaak binnen bepaalde termijn; executoriale titel in kort geding. Obiter dictum.
Op grond van de blokkerende werking van het conservatoire beslag (art. 475h lid 1 juncto art. 720 Rv) kunnen de pandrechten die zijn gevestigd na het conservatoire beslag, niet worden tegengeworpen aan de beslaglegger.
Een conservatoir beslag strekt naar zijn aard ertoe over te gaan in een executoriaal beslag. De overgang van het beslag in de executoriale fase wordt bewerkstelligd door een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.