Gst. 2019/119
Als in of bij de omgevingsvergunningaanvraag voor een nieuwe woning is aangegeven dat de bestaande woning zal worden gesloopt en deze sloop noodzakelijk is voor het kunnen toestaan van de nieuwe woning, dan kan het college de vergunning intrekken als deze opgave achteraf onjuist blijkt doordat de woning niet wordt gesloopt, ook als geen sloopvoorwaarde in de vergunning is opgenomen. (Asten)
ABRvS 17-04-2019, ECLI:NL:RVS:2019:1156, m.nt. A. Snijders
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
17 april 2019
- Magistraten
Mr. D.J.C. van den Broek
- Zaaknummer
201809026/1/A1
- Noot
A. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS71449:1
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Omgevingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:1156, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 17‑04‑2019
- Wetingang
(Art. 5.19 Wabo)
Essentie
Als in of bij de omgevingsvergunningaanvraag voor een nieuwe woning is aangegeven dat de bestaande woning zal worden gesloopt en deze sloop noodzakelijk is voor het kunnen toestaan van de nieuwe woning, dan kan het college de vergunning intrekken als deze opgave achteraf onjuist blijkt doordat de woning niet wordt gesloopt, ook als geen sloopvoorwaarde in de vergunning is opgenomen. (Asten)
Samenvatting
De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college bij de beoordeling van de bouwaanvraag ervan uit mocht gaan dat sloop van de bestaande bedrijfswoning uitgangspunt was voor uitvoering van het bouwplan. Appellant heeft steeds benadrukt voornemens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.