RFR 2020/67
Familieprocesrecht. Wat zijn de gevolgen van overschrijding van de tweewekentermijn van art. 30p lid 5 Rv voor schriftelijke uitwerking voor de geldigheid van de mondelinge uitspraak?
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:320
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03528
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200511:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:320, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1272, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2019
- Wetingang
Art. 30p Rv
Essentie
Familieprocesrecht. Jeugdrecht. Ondertoezichtstelling. Uithuisplaatsing. Mondelinge uitspraak.
Wat zijn de gevolgen van overschrijding van de tweewekentermijn van art. 30p lid 5 Rv voor schriftelijke uitwerking voor de geldigheid van de mondelinge uitspraak?
Samenvatting
In 2009 is uit de inmiddels verbroken relatie van partijen een dochter geboren. Vader en moeder oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige uit. De minderjarige is bij beschikking van 30 augustus 2017 onder toezicht gesteld voor de duur van één jaar. Tevens is er een machtiging uithuisplaatsing verleend tot 28 februari 2018. De minderjarige is op basis van deze machtiging bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.