NJB 2016/1185
Wet Bopz. Machtiging voortzetting inbewaringstelling. 1. Rechtsmiddelenverbod. Doorbreking. Nu het middel klaagt over het niet in acht nemen van de essentiële waarborg dat de officier van justitie zijn verzoek binnen de wettelijke termijn indient, bestaat grond voor doorbreking van het rechtsmiddelenverbod. 2. Termijnoverschrijding. Het verzoekschrift is een dag te laat ingediend. Nu de looptijd van de machtiging is verstreken, vernietigt de Hoge Raad de bestreden beschikking voor zover de machtiging is verleend voor de volle periode in plaats van voor een periode van drie weken min een dag
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 mei 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp
- Zaaknummer
16/00491
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:997, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑01‑2016
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Machtiging voortzetting inbewaringstelling. 1. Rechtsmiddelenverbod. Doorbreking. Nu het middel klaagt over het niet in acht nemen van de essentiële waarborg dat de officier van justitie zijn verzoek binnen de wettelijke termijn indient, bestaat grond voor doorbreking van het rechtsmiddelenverbod. 2. Termijnoverschrijding. Het verzoekschrift is een dag te laat ingediend. Nu de looptijd van de machtiging is verstreken, vernietigt de Hoge Raad de bestreden beschikking voor zover de machtiging is verleend voor de volle periode in plaats van voor een periode van drie weken min een dag
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van ...