Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
7.2.3 Aanbod en acceptatie, al dan niet onder opschortende voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Voor het vaststellen van het tijdstip van tot stand komen van de verzekering zijn de elementen aanbod en acceptatie maatgevend. De partij die het aanbod heeft gedaan, moet van de andere partij, die betrokken is bij de overeenkomst, begrepen hebben dat zijn aanbod op alle wezenlijke punten is geaccepteerd. Als de verzekeraar een offerte voor een levensverzekering heeft gedaan (een aanbod tot het sluiten van de overeenkomst) en de verzekeringnemer de offerte heeft ondertekend en geretourneerd (de acceptatie van het aanbod), is sprake van een perfecte overeenkomst. Hierbij moet de verzekeraar ervan kennis hebben genomen dat de verzekeringnemer de offerte heeft geaccepteerd. Op welk moment een dergelijke acceptatie heeft plaatsgevonden en wanneer de verzekeraar daarvan kennis heeft genomen, is een bewijsrechtelijk vraagstuk.
Als aan de offerte een opschortende voorwaarde is verbonden, kan de overeenkomst niet eerder tot stand komen dan nadat die voorwaarde is vervuld. Er is sprake van een opschortende voorwaarde als bijvoorbeeld in de offerte van de verzekeraar is opgenomen dat de overeenkomst pas tot stand komt na ontvangst van de eerste premie.