Einde inhoudsopgave
Alcoholbesluit
Artikel 3.4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stb. 2024, 60 (uitgifte: 27-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stb. 2024, 61 (uitgifte: 27-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet seksuele misdrijven (20-03-2024, Stb. 59).
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Horecarecht / Algemeen
Horecarecht (V)
1.
Onverminderd artikel 3.3, is een leidinggevende niet binnen de laatste vijf jaar bij meer dan één uitspraak onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,– of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, onder a, van het Wetboek van Strafrecht wegens dan wel mede wegens overtreding van:
- a.
- b.
bepalingen gesteld bij of krachtens de Wet op de accijns en de Algemene douanewet, voor zover het betreft alcoholhoudende dranken;
- c.
- d.
de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 j° artikel 8 of artikel 6 j° artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
- e.
de artikelen 1, eerste lid, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;
- f.
de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen; of
- g.
de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
2.
Met een veroordeling als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ter zake van een overtreding als bedoeld in het eerste lid, tenzij de geldsom € 375,– of minder bedraagt.
3.
Met een veroordeling tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,– of meer als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld een bevel tot tenuitvoerlegging van een zodanige voorwaardelijke straf.
4.
Artikel 3.3, vierde lid, is van toepassing.
5.
De bedragen, genoemd in het eerste, tweede en derde lid, worden elke twee jaar, met ingang van 1 januari van een jaar, bij ministeriële regeling, aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex sinds de vorige aanpassing van deze bedragen. Bij deze aanpassing wordt het geldbedrag op een veelvoud van € 5,– naar beneden afgerond.